Het huisje van de grootmoeder van Roodkapje staat al vanaf februari in de
steigers, na wat bedoeld was als een opfrisbeurt in het kader van het nieuw
geopende Pinokkio verderop langs het pad. Het onderhoud bleef echter maar
doorgaan. Er was kennelijk iets goed mis. De collega's van Heraut Media
hoorden vandaag van de Efteling dat de situatie zo ernstig is, dat besloten
is het huisje volledig te vervangen.
Het huisje van grootmoeder is opgetrokken uit dezelfde materialen als het
oorspronkelijke kasteeltje van Doornroosje: hout, steengaas en cement. In
het geval van Doornroosje leidde die materiaalkeuze ertoe dat in 1980 het
kasteeltje tijdens een wintersluiting volledig gesloopt en opnieuw gebouwd
is uit steen. Overigens was dat bepaald geen straf: Ton van de Ven maakte
van de gelegenheid gebruik om de animatronic van de spinnende fee, de
schildwacht en nieuwe details in de ruimtes toe te voegen. In ieder geval met
de ogen van nu duidelijke verbeteringen op het origineel.
Doornroosje moest natuurlijk snel gebouwd worden: voor het hele
Sprookjesbos was in 1952 maar een paar maanden de tijd. Met de bouw van het
huisje van grootmoeder werd pas in 1959 begonnen, en was er dus veel meer
tijd om goed na te denken over materiaalkeuze. Daar is dan ook flink over
gepraat en ging men niet over één nacht ijs.
Aanvankelijk wordt door het driemanschap Pieck, Reijnders en Op den Kamp
besloten om het huisje te bouwen in steen. Bouwen in steengaas wordt wel
overwogen. Steen is ook duurder dan steengaas in de bouw (f 13.500 versus
f 6.700), maar is veel duurzamer en heeft lagere onderhoudskosten. Daarom
wordt op 17 april 1959 besloten om te bouwen in steen: "Betreffende de
bouwwijze is men het er over eens dat dit op de normale manier gebeurt, dus
niet met palen en steengaas." Op 8 mei wordt het nogmaals besproken en komt
men tot dezelfde conclusie, ook weer wegens de degelijkheid van bouwen in
steen.
Echter, 29 mei 1959 komen ze hier toch op terug. Reijnders vindt de lagere
kosten interessant. Pieck vindt dat steengaas "van aesthetische zijde
bezien mooier zal zijn", ofwel, om het huisje meer bijzondere vormen te
geven. Bouwkundige Op den Kamp is het hiermee eens, dus het huisje wordt
bij nader inzien tóch in steengaas uitgevoerd. Aldus geschiedde.
Overigens was hiermee de kous niet af. Bij seizoensopening 1960 was slechts
het kale huisje af: er was nog niets te zien. In augustus klagen bezoekers
over niet weggewerkte kabels en een kapotte lantaarn. Pas het jaar daarop,
op 31 juli 1961, wordt de figuur van Roodkapje zelf geplaatst. Sindsdien is
er nauwelijks iets veranderd, en staat het meisje dagelijks aan te bellen om
haar oma de vraag te kunnen stellen waarom haar huisje toch van gaas is
gebouwd.
Esthetische vormen of niet, de Efteling van nu zit dus dankij Pieck, Reijders en
Op den Kamp mooi met de gebakken peren. Had men het huisje in steen
gebouwd, dan was er nu niet zo'n grote ingreep nodig. Ik vermoed dat het
verschil van f 6800 in bouwkosten niet in 1959 door de drie heren apart is
gezet om met de rente herbouw in 2016 te financieren: dat geld is natuurlijk al
lang ergens anders aan uitgegeven.
Het wordt afwachten of het de Efteling lukt om met moderne materialen weer
dezelfde uitstraling te creëren die het steengazen huisje inmiddels na
vijftig jaar in ons collectieve geheugen geëtst heeft. Of wie weet,
misschien doen ze wel als Ton van de Ven, en wordt het sprookje gelijk
flink "geplust". Spannende tijden voor de oma van Roodkapje.
Groeten,
Thijs
Bronnen:
- De Vijf Zintuigen: "Huisje Roodkapje wacht grondige renovatie"
- Eftepedia: lemma's Roodkapje en Doornroosje
- M. Hover: "De Efteling als 'verteller' van sprookjes" (2013)