Op 31 mei jongstleden, op de kop af de vierenzestigste verjaardag van de
Efteling, vroegen we jullie eens na te denken over een nieuwe toevoeging
aan de Efteling op basis van een klassiek werk, niet jonger dan het eerste
kwartaal van de twintigste eeuw. Dit met het oog op de nieuwste uitbeelding
in het Sprookjesbos - cultuursprookje Pinokkio van de Italiaan Carlo
Collodi - waarmee de Efteling duidelijk eens afweek van de gebruikelijke
sprookjescatalogi van Andersen, Grimm en Perrault.
We kregen een flinke berg interessante inzendingen binnen en enkele ervan
verdienden wat ons betreft een persoonlijk voor hen door Alessio Castellani
gesigneerd Pinokkio-prentenboek, met medewerking van de Efteling en
Uitgeverij Van Goor, die drie exemplaren van dit nieuwe boekje aan Eftelist
beschikbaar stelde. Waarvoor dank!
------
Als eerste winnaar (maar willekeurig van volgorde) kwam ons zeventienjarige
lid Luuk Spee uit de bus met zijn idee voor een attractie in Ruigrijk: "De
Molen van Don Quichot", gebaseerd op Cervantes beroemde tweedelige roman
uit de vroege zeventiende eeuw.
Luuk:
"De Efteling heeft de laatste decennia veel geïnvesteerd in grote, op
zichzelf staande attracties. Deze nemen veel ruimte in en het budget voor
de bouw reikte vaak tot in de tientallen miljoenen euro’s. Deze trend zal
met de komst van Symbolica in 2017 nog wel even worden doorgezet. Echter,
de Efteling heeft ook een ander slag attracties nodig, wil het een
attractiepark worden en blijven met de internationale bekendheid à la
Disneyland en Europapark. Hiervoor zijn zogenaamde infill-attracties nodig:
kleinere attracties die op zichzelf geen echte publiektrekkers zullen
worden, maar de druk qua wachttijden van de grote attracties verlichten en
een dagje attractiepark net wat leuker kunnen maken. Daarom heb ik mij voor
een toevoeging van de Efteling toegespitst op de infill-attracties.
De basis van mijn attractie-idee ligt bij de verhalen van de vernuftige
edelman Don Quichot, uit de verhalen van Miguel de Cervantes. Hij schreef
twee komische romans over een oude verarmde edelman die op het doldwaze
idee komt om ridder te worden. Gezeten op een broodmager paard en met een
gammele borstplaat als harnas gaat de oude man op zoek naar het avontuur,
om zodoende het Spaanse platteland op z'n kop te zetten. De bekendste scène
uit de romans is die waarin Quichot de aanval aangaat tegen een stel
molens, omdat hij denkt dat het monsters zijn.
De Spaanse setting waarin het verhaal zich afspeelt is naar mijn mening
ideaal voor een attractie in de Efteling, ook trekt dit misschien Spaanse
gasten naar het park. Tevens denk ik dat een komische noot tussen alle
Eftelingattracties een welkome afwisseling zal zijn, gezien veel attracties
in het park gebaseerd zijn op spannende, mysterieuze, heldhaftige en
daardoor vaak ernstige verhalen.
Mijn attractie-idee bestaat uit een volledig overdekte droptoren,
gethematiseerd als een enorme molen. Ongeveer dertig meter zal de molen
hoog zijn, omdat ik niet wil dat de attractie ver boven alle andere
attracties zal uittorenen. Desalniettemin wordt de droptoren zelf wel veel
hoger. Ik zat te denken aan een val van een metertje of 45: de toren zal
dus deels ondergronds komen te liggen. De grote droptoren wordt echter niet
de enige attractie binnen in de molen: via verschillende trappetjes kunnen
bezoekers hoger in de molen klimmen, om vervolgens via diverse
tunnelglijbanen naar beneden te glijden. Deze tunnels bevinden zich buiten
de muren van de molen en krullen als een soort van slangen om de molen
heen.
Natuurlijk moet het gehele complex als een molen te herkennen zijn. Het
gebouw moet kleinschalig ogen, ondanks de grote omvang van het gebouw.
Tevens zou de molen een soort van speelsheid uit moeten stralen. Het leek
mij daarom gaaf als het gebouw wordt vormgegeven als een grote hoofdmolen,
waaraan dan verschillende kleinere molentjes worden vastgeplakt. Een beetje
zoals de vestiging van Intel Hotels in Zaandam, zie daarvoor hieronder
afbeelding 1. Voor de ingang van de molen zat ik te denken aan een poort
die wordt vormgeven als de muil van een monster, zoals we dat ook zien bij
de ingang van het Spookslot.
Qua interieur leek mij een landelijke uitstraling het beste passen. Iets
met veel hout en veel kleine tierelantijntjes lijkt mij daarvoor ideaal;
echt iets voor meneer Willemen, als je het mij vraagt ;). Tevens moet de
bezoeker echt het idee hebben zich in een molen te bevinden, dus houten
tandwielen, draaischijven en zakken meel mogen zeker niet ontbreken. Tevens
leek het mij grappig als de alom bekende Pieckmuisjes ook een rol spelen in
de afwerking van de attractie.
De algemene bouwstijl van de attractie moet ogen als een mooie hybride
tussen traditionele Spaanse kenmerken en een kneuterig Piecks stijltje.
Gebouwen waar eventuele ontwerpers zich door kunnen laten inspireren zijn
hieronder te zien op afbeeldingen 2 en 3. Op een klein afstandje van de
attractie leek het mij gaaf als de bezoeker Don Quichot met zijn knechtje
zelf tegenkomt, dit in de vorm van een animatronic. Vergelijkbaar met
moeder geit in het Sprookjesbos, deze is ook op een klein afstandje van het
daadwerkelijke sprookje, De Wolf en de Zeven Geitjes, te vinden."
Als tweede kozen we voor een idee van Ruben Vanden Berghe (20), die kwam
met een idee voor een sprookje dat ons zeer na aan het hart ligt: Oscar
Wildes 'The Happy Prince'. Ruben koos het vooralsnog niet uitgevoerde
Uitrijk als fictieve locatie en de nauwkeurige omschrijving van de
uitbeelding maakte deze inzending tot de eigenlijke favoriet van de
redactie. :)
Ruben:
"Ik moet zeggen dat de opgave van deze wedstrijd mij niet beter kon liggen.
Al lange tijd spookt een sprookje door mijn hoofd dat jullie ook al noemden
als mogelijke inspiratie: Wilde’s weemoedige The Happy Prince. Het beeld
van de goedhartige, gouden prins op zijn sokkel lijkt mij iconisch genoeg,
en als dat het nog niet is, dan heeft het zeker de potentie om een icoon te
worden à la Langnek op z’n rots of Gijs in z’n huisje. Het sprookje zelf
is dan ook verrukkelijk: een boodschap van naastenliefde, barstende
melancholie en beschouwingen over de waarde van kunst in een donkere,
rationele wereld – en dat allemaal gebracht in een voor alle leeftijden
toegankelijk register. De scherpe kantjes (ik denk aan de christelijk-
katholieke finale) kunnen eventueel bijgeschaafd worden op z’n Eftelings:
in het Sprookjesbos ontloopt Karen met de Rode Schoentjes tenslotte ook
haar griezelig katholieke boetedoening, en de duiven van Assepoester hebben
het in de Efteling helemaal niet meer gemunt op de ogen van de stiefzusjes.
Toch kan ik me inbeelden dat The Happy Prince misschien wat uit de boot kan
vallen in het Sprookjesbos. Daarvoor is het sprookje te onbekend, te
complex en misschien net iets te droefgeestig om goed uit de verf te komen
tussen pakweg De Wolf en de Zeven Geitjes en Hans en Grietje. Mijn voorstel
voor een uitbeelding is dus nogal atypisch: geen sprookje in het Bos, geen
fontein en al helemaal geen ride. Neen, als we dan toch aan het fantaseren
slaan, dan plaats ik De Gelukkige Prins in het legendarische Uitrijk.
Een belangrijk component van het sprookje is het stedelijke decor, en dus
hoort de Prins omgeven door (liefst Pieckse) gevels, centraal op een
dorpsplein. De gouden jongen op zijn hoge sokkel zou dan ook perfect kunnen
functioneren als het hart van het knusse Uitrijk. De Prins, de sokkel,
omgeven door een bescheiden plantsoentje en een typisch samenvattend
sprookjesboek ernaast zie ik al als de ideale setting. Op de schouder van
de verder statische prins zit de Zwaluw, subtiel wippend. Z’n kopje beweegt
op en neer alsof hij iets fluistert in de oren van de Prins. Als de avond
valt in Uitrijk stopt de bedrijvigheid natuurlijk niet. Als om dit te
onderstrepen, licht de robijn in het heft van de Prins op, net als de
saffieren in zijn ogen en het bladgoud op zijn gewaad. Nog enkele subtiele
knipogen naar het verhaal kan bijvoorbeeld het subtiel hoorbare tikken van
het prinselijke hart zijn, of de zuil in Egyptische stijl.
Ik plaats de Prins verder niet zomaar in het Uitrijk. Oscar Wilde was van
Ierse afkomst, dus dan is de stap naar een Irish Pub niet zo gek. Een gevel
in lijn met het Theaterrestaurant, maar dan met iets meer typisch warm
houtwerk zie ik verrijzen achter de Prins. Volgens het huidige
internationaliseringsbeleid, kan de pub gewoonweg Irish Pub The Happy
Prince op het uithangbord hebben staan. Als eerbetoon aan de decadente
dandy Wilde is het interieur van de pub zoals het eruit kon gezien hebben
in eind 19e eeuw: tegenover het warme, donkere hout het typische groene en
donkerrode vilt van de banketten en stoelen. Een snuifje oriëntalisme
(geïnspireerd door de Egyptische anekdotes van de Zwaluw) of enkele
Jugendstil-toetsen boven de ruiten en portieken helpen daarbij de
tijdsgeest op te wekken. Tegenover de ruime bar met koperwerk staat een
grote open haard, die omhoog wordt gehouden door twee Atlas-achtige
kariatiden: de Zelfzuchtige Reus, naar een ander verhaal uit Wildes
sprookjesbundel. In het houtwerk zijn er verder Zwaluwen en Nachtegaaltjes
uitgesneden.
Meer naar achteren in het pand is een ietwat aparte inham, nog knusser dan
de rest. Hier sieren enkele glas-in-loodramen de muren. Die ramen zijn in
de stijl van de illustraties van Charles Robinson of Aubrey Beardsley, en
stellen taferelen voor uit de sprookjes van Wilde: niet alleen de Prins,
maar ook de Zelfzuchtige Reus in zijn tuin, de Opmerkelijke Raket die
uitspat boven een sprookjesachtig Moskou, de Nachtegaal die haar borstje
tegen de doornen van de rozenstruik drukt – iets van die aard. Spiegels,
gordijnen en vazen met pluimige planten maken het plaatje af.
De Pub zou zich verhouden tegenover het Theaterrestaurant als een meer
volwassen alternatief voor het avondlijke diner. Waar het
Theaterrestaurant zicht richt op jonge gezinnen met entertainment à la
Pinokkio’s Restaurant, is The Happy Prince voor kinderloze volwassen of
gezinnen die niet meer zitten te wachten op een kinderdisco. In de
Eftelingse pub kunnen zij dan rustig een hartige hap eten of een Guinness
slurpen aan de bar. Ik gaf al aan dat ik nog meer geveltjes zie verschijnen
rond The Happy Prince.
Boetiekjes genaamd Het Tinnen Soldaatje of Het Dappere Snijdertje, een
kleinschalige bioscoop in thema George Méliès, genaamd Cinema Manneke
Maan... Maar goed, ik zou nog even door kunnen fantaseren. ;-)
Ik ben niet zo'n begaafd plastisch kunstenaar, dus ik kan het alleen maar
met woordelijke impressies stellen. Ik heb wat sfeervolle plaatjes
gesprokkeld die in de buurt komen van wat ik voor ogen heb, al missen deze
natuurlijke de zo moeilijk te omschrijven Efteling toets. Ik zou
bijvoorbeeld de Jugendstil wat subtiel houden. Maar toch: http://efteli.st/wlr http://efteli.st/0lr http://efteli.st/qlr http://efteli.st/slr
Tot zover het idee waarmee ik al langer zit te spelen. Ik hoop dat mijn
voorliefde voor all things Efteling én fin de siècle-literatuur
aanstekelijk werkt!"
------
Wat de derde winnaar betreft waren we wel gecharmeerd van de inzending van
Jaga n.a. Argentum, die ons erop wees dat we in onze aanzienlijke lijst met
voorbeelden geen enkel werk van niet-Westerse oorsprong hadden opgenomen.
Helemaal waar! Jaga laat ons warmlopen voor een klassiek figuur uit de
Afrikaanse en Caribische volkscultuur: de spin Anansi.
Jaga:
"Oorspronkelijk komend van de Ashanti's in Ghana zijn de verhalen van
Anansi de wereld overgegaan, met name verder in Afrika, het Caribisch
gebied en Suriname.
Een van de elementen die de Efteling zo succesvol maakt is, naar mijn
mening, het versmelten van ogenschijnlijk visueel tegenstrijdige culturen:
de kneuterigheid van Pieck en de grotendeels westerse sprookjes, een
verscheidenheid aan Aziatische invloeden en de nautiek en Nederlandse
koopvaardij. De laatste twee komen op enkele plekken in het park samen,
hiermee duidelijk verwijzend naar de Nederlandse geschiedenis maar enkel 's
lands verhaal oostwaarts. De geschiedenis van het Koninkrijk gaat echter
ook westwaarts en met de introductie van Anansi in de Efteling zou hier een
brug geslagen kunnen worden, alsmede een nieuwe originele en rijke bron van
thematiek aangeboord.
Anansi lijkt wellicht het best te kunnen worden ingepast in Reizenrijk,
waar vooralsnog de enige Afrikaanse invloeden in het park, in Carnaval
Festival en Monsieur Cannibale, te vinden zijn. Echter, de uitbeeldingen
hier zijn meer een karikatuur van de cultuur en redelijk verhaalloos. Mijn
suggestie binnen de huidige grenzen is Ruigrijk, en ik zou voor een
sprookjes-aanpak kiezen. Het zou mijns inziens geen kwaad kunnen om her en
der door het park ook wat taferelen tegen te komen vergelijkbaar met die in
het sprookjesbos, als losstaande attractie maar zeker ook om het hele rijk
een rijker verhaal en atmosfeer te geven.
Wanneer bezoekers in zijn nabijheid komen daalt Anansi neer uit een boom en
verrast ze met zijn plotselinge aanwezigheid. Vormgeving hier is
belangrijk, het is een grote spin maar hij mag natuurlijk geen angst
aanjagen. Hij is goedlachs en vriendelijk en blij mensen te zien zodat hij
zijn verhalen kan vertellen. Anansi wordt hiermee een rustpunt tussen het
geweld van Ruigrijk en bij uitstek een plek voor kinderen en volwassenen om
te wachten terwijl anderen in een wildere attractie gaan (bankjes zijn
gewenst). Met de hulp van danwel pepper's ghosts of 3D projectie wordt
Anansi's woordenstroom in beeld gebracht en deze projecties kunnen ook
tussen de mensen plaatsvinden.
Het verhaal dat het best lijkt te passen is dat van Nyame, de Lucht God,
voor wie Anansi een aantal dieren moet verzamelen om toegang te krijgen tot
alle verhalen. Het verhaal heeft ook duidelijke 'hoofdstukken', ieder hoeft
maar een paar minuten te duren en kan losstaand worden verteld, wat
aantrekkelijk lijkt in deze setting.
Eerst gaat hij naar Onini, de python. Deze slang is zeer arrogant en als
Anansi luid zijn (schamele) lengte ter sprake brengt protesteert hij en
biedt aan om hem op te meten. Anansi legt hem naast een lange tak en, omdat
Onini niet kan ophouden te bewegen, stelt voor hem vast te binden zodat hij
correct opgemeten kan worden. Eenmaal vastgebonden neemt Anansi Onini met
stok en al mee naar Nyame.
Vervolgens zoekt hij Osebo, luipaard met tanden scherp als speren. Als
hij ontdekt waar Osebo drinkt besluit hij in de nacht een gat te graven,
daarover een web te spinnen en het te bedekken met bladeren. De volgende
dag valt Osebo in het gat en Anansi komt 'bezorgd' kijken wat er aan de
hand is. Osebo vraagt om zijn hulp en Anansi spint een draad om Osebo
omhoog te trekken.
Echter, als Osebo bijna weer boven is trekt Anansi aan de draad en de
luipaard schiet in de lucht. Behendig draait Anansi hem een aantal maal
rond en als Osebo weer naar beneden komt is hij volledig omwonden door de
draad. Zo levert Anansi hem af bij Nyame.
Als derde is het tijd voor de Mmboro, de wespen (eigenlijk hoornaars, maar
deze zijn minder bekend en de klemtoon wil je ook niet verkeerd leggen).
Anansi holt een kalebas uit en vult deze met water. Half het water giet hij
over zijn hoofd, de andere helft giet hij uit over het wespennest. Snel
plukt hij een blad van een plataan en doet net alsof hij daaronder schuilt
voor de regen.
De wespen vliegen uit het nest op zoek naar een droge plek. "Arme Mmboro,
jullie hebben helemaal geen plek om te schuilen! Hier, wacht maar in mijn
kalebas tot het weer droog is. De wespen vliegen in de kalebas en Anansi
sluit snel de opening met het plataanblad. Op weg naar Nyame.
Tot slot Mmoatia, een onzichtbaar elfje bekend om haar immer slechte
humeur. Uit het hout van een Eucalyptus (gomboom) maakt Anansi een pop die
hij insmeert met de kleverige gom van de boom. Aso, de vrouw van Anansi,
maakt ondertussen ano, een pasta van yams en olie, waar elfjes gek op zijn.
Op het heetst van de dag trekt Anansi naar het gebied van de elfjes, waar
ze normaal altijd dansen maar om deze tijd rusten. Hij plaatst de pop in
het gras en zet de ano ernaast. Vervolgens spint hij een draad van het
hoofd van de pop naar zijn schuilplaats in een boom. Na een paar uur hoort
hij een zachte stem: "Hallo, gombaby, mag ik van jou wat ano?" Anansi trekt
aan de draad zodat de gombaby ja lijkt te schudden. Nadat Mmoatia zich te
goed heeft gedaan aan de ano zegt ze dank je wel, maar er komt geen reactie
van de gombaby. "Dank je wel!!" Geen reactie. "DANK JE WEL!!!" Geen
reactie.
"Praat tegen me of moet ik je slaan om een reactie te krijgen?!" De gombaby
reageert nog steeds niet en Mmoatia slaat de pop in het gezicht, daarmee
zichzelf vastklevend. Vanuit de boom haalt Anansi de pop naar binnen en
roept Anansi naar het elfje: "Jij domme Mmoatia, kom jij nu maar mee naar
Nyame".
Nyame verbaast zich erover dat Anansi de hele prijs heeft weten te betalen,
velen hebben het geprobeerd maar niemand is het gelukt. Maar, Nyame is
eerlijk en geeft Anansi de houten doos met alle verhalen en zo werd een
spin de hoeder van het verhaal.
Het lijkt mij dat dit goed is in te passen in Ruigrijk en daadwerkelijk een
aanvulling kan geven op het aanbod daar (vooral voor kinderen en
(groot)ouders die de achtbanen liever overslaan en wachten op anderen in
hun gezelschap die er wel in gaan) en een link kan leggen tussen de
nautiek, sprookjes en de 'westerse kant' van de historisch Nederlandse
drift om de wereld te veroveren.
Het is nieuwe thematiek maar als het slim wordt aangepakt kan het goed
binnen het geheel passen. Dat gezegd hebbende, het zou ook een mooie
inspiratiebron en startpunt kunnen zijn voor Strookrijk."
------
Omdat Jaga aangaf Pinokkio een 'extreem vervelend joch' te vinden en
helemaal niet zat te wachten op een prentenboek, betekende dit een gelukje
voor de nummer vier van onze lijst. Mario Schuurmans (39) hield het
weliswaar kort met zijn omschrijving van een uitbeelding van de mythische
figuur Narcissus in het Sprookjesbos, maar we houden dusdanig veel van de
noodlottig ijdele jongeling uit Ovidius' Metamorphoseon libri, dat we Mario
met plezier blij wilden maken met een Pinokkio-boek. :-)
Mario:
"Ik dacht aan het verhaal van Narcissus. De jongen die verliefd werd op z’n
eigen spiegelbeeld. Het geheel kan mooi worden vormgegeven door een vijver
omringd met een pop die overhelt om z'n spiegelbeeld te zien en er soms
lijkt in te vallen of z'n evenwicht verliest. Om de bocht of aan de andere
kant van struiken zou ik dan de andere helft van de vijver vol doen omgeven
door narcissen, waar een vertelstem dan het tweede deel van het verhaal
geeft: dat Narcissus dood is.
Ik zou wel nieuwe muziek laten componeren. Ik vind het ook leuk als met
oudere werken gebruikt, maar de kans om nieuwe muziek te maken mag je toch
niet laten liggen."
Wat betreft dat laatste: als we de Efteling dan toch een redactionele tip
mogen meegeven... Natuurlijk doet tegenwoordige huiscomponist René
Merkelbach doorgaans hartstikke zijn best, maar het allerliefst dromen we
in het Sprookjesbos weg bij de zalige klanken uit de overture van Nikolai
Tcherepnins ballet 'Narcisse et Echo, Op. 40' uit 1911. Wieg je even met
ons mee? https://www.youtube.com/watch?v=urgkCdvsFPo
------
We vonden het ontzettend leuk om alle inzendingen te lezen en de vele
deelnemers hadden duidelijk een hoop plezier bij het omschrijven van de
meest uiteenlopende ideeën voor nieuwe attracties en sprookjes. Iedereen
die heeft meegedaan, bij dezen hartelijk dank!