Meer dan tien Eftelingbezoekjes en evenzoveel ritjes Vliegende
Hollander heb ik achter de rug, en mijn mening over de attractie
lijkt gestabiliseerd te zijn. In aanvulling op wat andere
Eftelingliefhebbers al over de attractie gezegd hebben doe ook ik een
duit in het zakje. Wellicht ten overvloede, maar voor hetzelfde geld
duurt het nog vijf jaar voordat we weer iets te klagen hebben over de
vólgende grote attractie! :) Iedereen die er tot nu toe al de moeite
voor heeft genomen, hartelijk dank. Ik zal proberen een ietsje
beknopter te zijn dan Bram. Veel zinnige dingen zijn reeds gezegd.
Het zal niemand verbazen dat de Vliegende Hollander mij geen
jubelstemming bezorgt. Vorig jaar al, toen het gebouw zich met al
haar bordjes, kozijntjes, leeuwen en verfspetters in Ruigrijk gewurmd
had heb ik reeds oeverloos over de attractie gezeurd.
Ik sta nog steeds volledig achter mijn statement dat de Vliegende
Hollander stilistisch gezien geen sodemieter met de Efteling te maken
heeft. Ik blijf het jammer vinden dat de Efteling er blijkbaar geen
belang meer aan hecht om die simpele stijleenheid ook buiten de
grenzen van het bijna overdreven gestucte, gelakte, ornamentale
Marerijk te handhaven. Ik was zeer verheugd om in Bram's mailtje te
lezen dat er in elk geval één Eftelingliefhebber minder is waaraan ik
zulks nog uit moet leggen :)
Maar ik heb jullie, arme lezers, dus al een heel seizoen dodelijk
verveeld met verhandelingen over bijvoorbeeld de juiste soort verf,
of die ellendige Trendhopper-deurbellen. Dat weten jullie nu wel, en
zo niet, dan kan het je vermoedelijk ook weinig schelen. Ook berust
ik zélf inmiddels onderhand wel een beetje in de wetenschap dat de
Eftelingstijl die van mij een Eftelingliefhebber heeft gemaakt verder
en verder onder zal sneeuwen in een park dat steeds algemener en
minder uniek zal worden. Jammer maar helaas.
Ik was er eind maart eigenlijk helemaal klaar voor om mijn vermeende
Pieckpurisme en tunnelvisie achter me te laten. Dat de Vliegende
Hollander geen echte Eftelingattractie zou zijn, enfin, dat wist ik
wel, maar ik hoopte er toch wél een beetje op dat we er in elk geval
een attractie bij zouden krijgen die objectief gezien een prima
aanvulling op het attractie-aanbod zou zijn.
Twintig miljoen euro, een jaar extra de tijd, een schijnbaar uniek
ritsysteem, en maar liefst *vier* attractietypes aaneengeknoopt:
redenen te over om in elk geval niet vollédig bevooroordeeld in de
attractie te stappen.
Op een overweldigende thema-attractie heb ik niet gerekend, ik ben de
Vliegende Hollander onbevangen en tamelijk opgeruimd
tegemoetgetreden, hopend op.. nou ja, in elk geval gewoon een prima
attractie. Maar twintig miljoen euro, een jaar extra de tijd, een
schijnbaar uniek ritsysteem, en maar liefst *vier* attractietypes
aaneenknopen blijken geen garantie voor een prima attractie. De
Efteling heeft er vooral een zooitje van gemaakt.
Wat me het meest stoort is dat de attractie opgebouwd is uit
verschillende onderdelen die stuk voor stuk echt onbevredigend zijn:
- De walkthrough is niets meer of minder dan een wachtrij. De
Efteling kan het in haar persberichten honderd keer een walkthrough
noemen, maar als men een half uur staat te meanderen en elke
honderddertig seconden dezelfde Duitse familie afwisselend aan de
linker- en rechterzijde voorbij ziet schuiven, en er aan het einde
van al dat geslinger een instapperron wacht waar men in een bootje
kan plaatsnemen, dan ervaart *niemand* de wachtrij als een
walkthrough.
Bram legde verder al een vinger op één van de zaken waaraan het
schort in de wachtrij: de spanningsopbouw is volkomen zoek, en dat
het verhaal sowieso een onduidelijke brij is maakt het er niet beter
op. Wat een zenuwachtig makende aanloop naar de rit zou moeten zijn,
is verworden tot iets dat net zo opwindend en spannend is als een
bezoekje aan het Spoorwegmuseum.
Wanneer de Efteling overigens gewoon gekozen had voor de eenvoudige
versie van de legende van Van der Decken, dan hadden ze het zichzelf
al een stuk makkelijker gemaakt. Dat bijverzonnen dubbelleven van de
kapitein, de smokkelgang, de brand in het huis, allemaal elementen
die het zonder goed doordachte verhalende technieken voor de bezoeker
een stuk lastiger te begrijpen maken dan wanneer het puur zou gaan om
een ongehoorzame kapitein en zijn dolende spookschip.
Velen beschouwen de wachtrij overigens als zijnde van
Disney-kwaliteit, maar daar ben ik het niet mee eens. De Vliegende
Hollander-wachtrij is overwegend nogal donker, met muziek en veel
decoratie. Dat maakt 'm beter dan de meeste wachtrijen in
Kaatsheuvel, maar wanneer je kritisch naar de wachtrij kijkt dan
stelt het ook weer niet zo héél veel voor. De bibliotheek is voorzien
van hele fraaie boeken, dat wel, maar daartegenover staat dat het
doorkijkje naar de geroofde schatten van Van der Decken meer doet
denken aan een willekeurige plank uit de Dwalen op de
Rommelzolder-expositie en dat ik me werkelijk niet kan voorstellen
dat zeventiende-eeuwse zeelui in de kroeg allemaal uit een leuke mok
met VOC-logo dronken. Het materiaalgebruik is op veel plekken vrij
twijfelachtig, de ruimtes zijn onlogisch ingedeeld en de kilo's aan
aankleding blijven gewoon aankleding, en in het stuk ná de
smokkelgang ook te realistisch om echt sfeervol te zijn. Heeft een
goede wachtrij dan nog veel meer nodig? Nee hoor. De Disney-attractie
Pirates of the Caribbean bewijst dat muziek, een donkere grot en hier
en daar een flakkerend lichtje voldoende kunnen zijn voor een
onnavolgbare sfeer. De Vliegende Hollander-wachtrij is óók donker en
heeft óók flakkerende lichtjes, maar er klopt naar mijn gevoel teveel
niet aan alle andere dingen die ze erin gegooid hebben, dat ik er
toch niet zo enorm van onder de indruk kan zijn.
- De rit binnen is van een abominabel niveau. Dat vind ik echt. Ik
was werkelijk niet van plan om zó negatief over het binnengedeelte te
zijn, maar hoe vaker ik in de attractie zit, hoe beroerder ik het
vind. Ik voel me niet zo geroepen om te oreren over wat er allemaal
nog aan toegevoegd zou moeten worden om er iets geweldigs van te
maken, of om te dwepen met hoe het allemaal had kunnen zijn, maar
geloof er zonder meer in dat ze bij de Efteling zelf ook wel weten
dat wat er uiteindelijk in de attractie te zien is héél ver afstaat
van wat in eerste instantie ongetwijfeld best een leuk concept was.
Het darkride-gedeelte doet me emotioneel gezien vrijwel niets. Ik ben
niet van het kamp dat vindt dat de attractie persé gebaat zou zijn
bij animatronics. In de huidige attractie zouden het vlaggen op een
modderschuit zijn. Maar mijn ervaring tot nu toe is wél dat darkrides
zonder 'levende' figuren heel leeg en zielloos aanvoelen. Een
voorbeeld is de eerste scène, waarbij je tussen de twee schepen
doorvaart. De meest uitgebreid gedecoreerde scene van het
binnengedeelte, en ik hoor er maar weinig mensen iets over zeggen.
Karel Willemen kan in zijn podcast wel roepen dat het daar zo
verlaten is omdat het er spookt, maar ik vind het er vooral erg
doods. En niet doods op een 'de wind loeit door de bomen op een
troosteloos kerkhof'-manier, maar doods op een kille, grijze manier.
Een handjevol ritselende ratten bij de schepen in de eerste scène zou
ik in deze attractie al veel meer vinden toevoegen dan een grienende
Catharina met een korset vol VHE-borduurseltjes op de kade bij het
uitvaren.
De vier seconden dichte mist en het fraaie geluid van een scheepsbel
die van ver lijkt te komen kunnen niet opboksen tegen alles wat
daarna komt: de duidelijk zichtbare doorgang na de mist, de ruimte
van de projectie die véél te licht is, waardoor je muren en andere
zaken ziet die je niet wílt zien, een beroerde projectie... De
confrontatie met het schip zelf laat veel te lang op zich wachten, en
áls het dan zo ver is voelt het als allebehalve een climax. Ik schrik
altijd hartstikke snel in attracties (nog steeds van de schriktrol in
Droomvlucht als ik even niet oplet :)), maar de ontmoeting met het
spookschip is zo slecht getimed dat zelfs ík er bij de eerste keer
nog geen halve hartklopping bij voelde.
Dan de rare duik tussen lelijke, beschilderde schotten door, de
whiplashopwekkende klap waarmee je bootje aanhaakt, en dan die
reusachtig saaie, armzalige lifthill. Het knapt vast nog wel een
beetje op als die beelden het gaan doen, maar nu is het écht niet
meer dan een rammelende tocht door een nogal natte tunnel met een
paar rode lampen erin. Ik wist dat het niet de bedoeling was om de
lifthill van binnen mooi rondom te gaan thematiseren (wat juist heel
goed kan in zo'n krappe, omsloten ruimte - voorbeelden te over), maar
had er dat in elk geval voor gezorgd dat die lelijke gang en trappen
een beetje aan het zicht werden onttrokken. Muziek had hier voor nog
wat sfeer kunnen zorgen, maar het Carmina Buranaeske zangkoor van
René Merkelbach gaat ten onder in een hoop herrie. Wanneer je geluk
hebt zit je op één van de twee plekken waar je een pluimpje
schim-van-Van-der-Decken kunt zien, en verder zit je op de lifthill
vooral te wachten tot je piepende, zwoegende vijftonner uit de toren
wordt gespuugd.
- De buitenrit is simpel en kort. De drop uit de toren de tunnel in
is best aardig, het hoefijzer opmerkelijk traag, en doordat je in het
duinhuisje bijna tot stilstand komt wordt het toch al korte
achtbaanstukje ook nog eens in tweeën geknipt. De splash geeft een
mooie plons en zelden een natte broek, waarna het véél te lang
wachten in een lelijke gang is tot je je bootje weer uit kunt
klimmen. De actiefoto, waarop een kwart van de inzittenden maar een
stukje van het eigen hoofd op terug kan vinden en de overige
passagiers pratend of onnozel kijkend vastgelegd zijn, wint de prijs
voor Meest Erbarmelijke Actiefoto Wereldwijd en is eigenlijk best een
passend aandenken aan de ritbeleving.
En dat is het. Drie attractie-stukjes aan elkaar, drie stukjes die
niet zo best geslaagd zijn. Een veelgehoord argument is dat het
darkride-gedeelte niet zo indrukwekkend is als Fata Morgana, omdat de
Vliegende Hollander ook geen darkride ís. En dat het achtbaangedeelte
geen soepele, snelle Vogel Rok is, omdat de Vliegende Hollander ook
geen achtbaan is. En dat er qua waterpret niet méér inzit dan een
enkele, fotogenieke splash, want een rechtgeaarde watercoaster is de
Vliegende Hollander óók niet.
Maar denkt men bij de Efteling dat kleine scheutjes van al die
verschillende attractietypes bij elkaar op magische wijze een
gewéldige Vliegende Hollander vormen? Zo werkt het niet. Er is niet
voor gekozen om één attractietype te perfectioneren en er wat
extraatjes aan toe te voegen, er is gekozen voor van alles maar een
beetje. Dat zorgt voor een attractie die op geen enkel punt
excelleert en eenheid ontbeert, het is gewoon een verzameling
halfbakken elementen die als los zand aan elkaar hangen.
En dan heb ik het ritsysteem zelfs nog buiten beschouwing gelaten. Al
laat je mij door een opslagloods kabbelen, in een fijne tow boat ride
heb ik het al snel naar m'n zin. En zelfs al stellen trage hoefijzers
en een kleine bunnyhop niet veel voor, een soepele achtbaantrack is
altijd leuk om overheen te razen. Maar wat geldt voor de
attractiebeleving, geldt ook voor het ritsysteem: alles dat het had
moeten zijn is het bij lange na niet. Binnen vaar je niet. Buiten
rammelt je enorme, loodzware sloep over de coastertrack alsof -ie er
elk moment de brui aan wil geven. Daarnaast piept en kraakt en knalt
de boel ook nog eens dat het een lieve lust is, wat in het
binnengedeelte van de attractie voor veel afleiding zorgt. Hoeveel
fijner was het uiteindelijk niet geweest als de Efteling had gekozen
voor een betrouwbaar, bestaand attractietype, en slanke bootjes met
vier rijtjes van twee stoeltjes? Die kollosale karren zorgen voor
zóveel ellende en de beloofde capaciteit halen ze nu toch ook bij
lange na niet.
Ik denk dat iedereen, de Efteling incluis, het er wel over eens is..
Die twintig miljoen euro, het maandenlange geblaat over een *uniek
ritsysteem*, al het werk dat erin is gaan zitten, en het is niks meer
of minder dan een grote domper. Ze zullen er zelf ook wel ontzettend
van balen. Schuld van Kumbak? Welnee. Alles dat er op de Vliegende
Hollander aan te merken valt is volkomen kenmerkend voor het beleid
en de besluitvorming van de Efteling ten aanzien van dit project.
Heel veel tijd, heel veel moeite en vooral héél veel geld is gaan
zitten in een attractie die haar verwachtingen op heel veel punten
niet waarmaakt. Ik kan me niet voorstellen dat ze dat bij de Efteling
zelf ook niet weten. Ik hoorde vorige week dat er taart op kantoor
was omdat de Vliegende Hollander volgens de eerste resultaten van de
park-enquete de hoogste waardering had gekregen. Knap hoor. Dé nieuwe
attractie van de Efteling, en ook nog eens eentje die je in een
vijver laat plonzen nu het buiten steeds minstens twintig graden is.
Al had men moeten wachten in een wachtrij zonder huis, bibliotheek en
havencafé, al had er in de binnenscènes een ceedeetje van After
Forever opgestaan, al had er een bunnyhop minder in de track gezeten,
dan nóg is zo'n nieuwe attractie de eerste tijd heus wel de
populairste van het park.
De Vliegende Hollander heeft het geluk dat de splash een grote
aantrekkingskracht heeft bij lekker weer, maar verder durf ik te
betwijfelen of de attractie haar populariteit de komende jaren kan
handhaven. Dat kan best eens tegenvallen. Is het publiek minder
kritisch dan Eftelingliefhebbers? Tuurlijk. Een gemiddelde bezoeker
komt best tevreden uit de Vliegende Hollander, en daar is het de
Efteling tegenwoordig tenslotte om te doen. Maar dat de Efteling
wederom een grote attractie heeft neergezet die op geen enkele manier
van wereldniveau is gaat op den duur zijn tol wel eisen.
Nu maar weer wachten op de volgende attractie. Op een prettige
Eftelingstijl reken ik allang niet meer, maar ik hoop toch écht dat
de eerstvolgende toevoeging op het attractieaanbod niet zo hevig
geplaagd zal worden door een koppig, eigenwijs beleid en een treurig
gebrek aan expertise. Tijd voor een ferme, grondige cursus
Imagineering en voortaan gewoon weer iets uit de ritsysteem-catalogus
aanwijzen, anders wordt het met Attractie 2010 ook geen bliksem.