Raveleijn, Station Ruigrijk en figuurtjes in decortjes
Lieve leden,
Allereerst: de Pegasus! Jeeminee. Blijken we ineens onze laatste ritjes al
achter de rug te hebben! Toch even slikken. Raar is het wel, deze
plotselinge sluiting vlák voor het hoogseizoen. Hier komen we ongetwijfeld
binnenkort op terug.
Nu dan over Raveleijn, want eigenlijk heb ik vandaag pas echt even de tijd
gehad om onze eigen, geupdatete rubriek eens goed te bekijken.
Nieuwe tekeningen! Sander, waar was je al die jaren? In de Efteling,
vanzelf, maar waarom hebben we zo lang moeten wachten op een groot project?
Hadden eerdere miskleunen in het park voorkomen kunnen worden, terwijl
Sander zich stiekem zat te bekwamen in een zo Piecks mogelijke hand?
Nou ja, jetzt geht los zullen we maar zeggen, en ik denk dat er geen
Eftelingliefhebber te vinden is die naar aanleiding van de nieuwe
tekeningen *niet* op het puntje van zijn stoel zit af te wachten of het dan
toch écht weer de goede kant op zal gaan. Met uitzondering van dat rare,
aanpandige herbergje natuurlijk, maar zulks mag de pret niet drukken!
Houtwerk, stucwerk, ingezakte daken en minstens acht gelegenheden voor een
ultra-Eftelings gevelbord. Wie er géén zin in heeft is een Jokie!
Terwijl de eerste grondwerkzaamheden op het punt staan te beginnen, schiet
precies aan de andere kant van het park Station Ruigrijk al aardig op.
Station Ruigrijk genereerde tot nu toe tamelijk lauwe reacties, en ik vraag
me sterk af of dat nog een beetje bijdraait als het project vordert. Ik ben
bang van niet. Zonder me schuldig te willen maken aan polarisatie kan ik
toch niet anders dan concluderen dat Sander de Bruijn onmiddelijk, en
misschien wel té enthousiast, in de armen wordt gesloten, waar het voor
Karel Willemen altijd ploeteren was, én blijft, voor de waardering van de
Eftelingliefhebber. Binnen enkele maanden staan we ingespannen naar de
totstandkoming van Raveleijn te turen met onze rug, letterlijk, naar dat
reusachtige station op de plek van de Likkebaerd gekeerd.
De Efteling lijkt in elk geval een bonk vertrouwen in Sander de Bruijn te
hebben. Raveleijn is uiteindelijk een ontzettend prestigieus project: qua
importantie van een volstrekt ander niveau dan Station Ruigrijk. Niet
zozeer vanwege de functie van Raveleijn als theatervoorziening, maar vooral
omdat het onder meer de directie, Communicatie en Imagineering een
vooraanstaande plek in het park geeft, met een van buiten het park
ontzettend in het oog springende gevelrij voor de bijbehorende kantoren.
Wat Sander de Bruijn heeft ontworpen zal de komende decennia het
visitekaartje voor de burelen van de Efteling worden, dé plek waar
sponsors, partners, hoofdaannemers en Albert Verlinde en Roel Vente
voortaan hun coöperaties komen bekonkelen. Voor wie buggies voor zich
uitrijdt en koelboxen achter zich aansleept blijft het Huis van de Vijf
Zintuigen de poort naar de Wereld vol Wonderen, maar wie een stropdas
draagt mag voortaan door een nieuwe en haast net zo triomfantelijke
voordeur. De dames en heren van de Efteling verstoppen zich niet langer in
achterafkantoortjes, met rafeltjes aan de bureaustoelen en koffievlekken in
de vloerbedekking. Bij een zelfgenoegzamer beleid past een verwaand
paleisje, tweemaaldaags vól in het zicht van elke bezoeker (met
uitzondering van de hotelgast).
Zulks heeft een ander soort air dan Station Ruigrijk, waarvan de omvang
minstens zo aanstellerig is, maar waar je uiteindelijk toch echt alleen een
plasje kunt doen en een kroketje kunt eten.
Maar enfin, met Station Ruigrijk en Raveleijn, en in zekere zin ook
Bosrijk, is de Efteling inmiddels vooral héél druk bezig met het optrekken
van gebouwen - grote, multifunctionele gebouwen. En uiteindelijk was de
Vliegende Hollander ook al niet veel meer dan een groot, multifunctioneel
gebouw.
Jaap stipte het onderwerp van figuratieve decoratie en kleine scènes al
even aan, en hoezeer ik ook in mijn nopjes ben met de Pieckse insteek van
Sander de Bruijn, ik hou mijn hart vast voor zijn eerste mensfiguurtjes.
Bezoekers komen niet naar de Efteling voor grote gebouwen. Ik zeg niet
direct dat ze voor animatronics komen, of voor gezichtjes in het
houtsnijwerk, maar feit is wél dat de Efteling, met al deze nieuwe
projecten, steeds leger en onbewoonder aan zal voelen.
Ik schort mijn oordeel over Sander de Bruijn voor de zekerheid dus nog even
op totdat ik iets van zijn hand gezien heb dat tenminste een béétje naar
een scènetje neigt. Want dát zijn de echt lastige dingen. Het vergt
creativiteit, inlevingsvermogen en talent om een paar poppen, een
achtergrondje en een verhalend element te laten samenvloeien tot iets dat
daadwerlijk uitstijgt boven, nou ja, een paar poppen en een achtergrondje.
Het is Michel den Dulk enkele jaren geleden, met heel veel hulp van vooral
Maarten Hartveldt gelukt in het Sprookjesbos, en Karel Willemen is er
onlangs, enkele tientallen meters verderop, heel jammerlijk in
tekortgeschoten. Willemen heeft na de Vliegende Hollander met Assepoester
bevestigd dat de kunst van storytelling hem niet in de vingers zit, en dat
zijn ongetwijfeld prachtige intenties mijlenver af staan van wat de
bezoeker ter plekke daadwerkelijk ervaart.
Geef Sander dus een scène, zodat we onze messen kunnen slijpen! Of laat ons
liefhebbers nog even in de waan. Ook goed. :)