Met smart zat ik te wachten op het nieuwe Sprookjesboek van de Efteling.
Ik reserveerde hem ruim van tevoren, ik kreeg hem een dag te laat binnen.
En na het boek uit te hebben gelezen heb ik een tevreden gevoel, en
verschijnt er een blije glimlach op mijn gezicht. 'Wat een prachtboek',
denk ik bijmezelf 'wat een geweldig schitterend boek!' Ik zal even in het
kort aan jullie vertellen over mijn bevindingen van dit schitterende
sprookjesboek.
Mijn eerste indruk toen ik het boek uit zijn verpakkingsmateriaal had
verwijderd was: Geweldig! Wat een schitterende kaft! Wat een fraaie gouden
Eftelingse krulletters! En wat fijn om weer de aquarel van Anton Pieck van
de schrijvende Kabouter in de holle boom weer op een sprookjesboek te zien
prijken. Ik kon ook niet wachten om het boek door te bladeren. Wat een
complete verhalenschat van alle sprookjes in de Efteling in 1 boek, en wat
een collectie van Anton Pieck prenten en fraaie schetsen. Hoewel het me
bij verschillende prenten opviel dat de kleurtint er van iets was
aangepast, ben ik hier inmiddels aan gewend, en vind ik het ook wel iets
hebben. Ik heb het over de prenten van de tovenaar van de Magische Klok en
de alom bekende grote aquarel van De Indische Waterlelies. Over de rest
van de aquarellen in het boek ben ik ook zeer over te spreken.
Dan de schetsen in het boek. Voor deze sprookjesuitgave is er zo goed
mogelijk geprobeerd om de meest nette schetsen van Anton Pieck in het boek
een plaatsje te geven. Dat is voor het algemeen wel gelukt. Maar toch zijn
er een paar missertjes te noemen. Zo is bij de close-up schets van
Roodkapje wel heel duidelijk een uitgegumde potloodlijn te bespeuren naast
het haar van het blondgelokte kind. De volgende schets en/of aquarel
waarbij iets raars te zien valt, is de tekening van het
Paddenstoelenparcours op pagina 64 van het boek. Deze kunnen we overigen
ook terug vinden in het boek “Anton Pieck en de Wonderbaarlijke
Geschiedenis van de Efteling”. Hoewel de tekening voor het grootste deel
netjes is uitgevoerd, zijn de niet ingekleurde tafel en stoeltjes op de
voorgrond nogal misplaatst te noemen. Ik weet dat dit bij de tekening
hoort, maar vind het bij de rest van deze fraaie tekening, en vooral in
dit boek, niet passen. De meest rommelige schets die ze voor het boek
hebben gebruikt is de ontwerpschets van de Kleine Zeemeermin. De vijver
rondom het zeemeerminnetje is namelijk nogal rommelig en hoekig
vormgegeven, zodat zelf de kleinste peuter z'n neus er voor zal optrekken.
Dan nu de inkttekeningen. Ik ben sowieso fan van dit soort tekeningen van
Anton Pieck. Zowel zijn tekeningen bij de sprookjes van Grimm (waarvan een
kleine selectie in dit Efteling sprookjesboek staat) als bij 1001 Nacht,
dus ik ben hier razend enthousiast over. Het geeft het boek een nog meer
sprookjesachtig karakter, waarbij ik alleen nog meer kan wegdromen.
Er is beloofd bij de aankondiging van het boek dat er nooit eerder
vertoonde tekeningen van Anton Pieck in het boek hun opwachting zouden
maken. En dat klopt! Er staan een aantal tekeningen in die we tot dusver
nog nooit hebben mogen zien. Voor alle duidelijkheid wil ik al deze nieuwe
tekeningen even voor jullie opsommen. Op pagina 21 vinden we een klein
aquarelletje van een wel zeer mooi groen getint kikkertje bij het verhaal
van de Kikkerkoning. De tweede nog nooit eerder vertoonde tekening, of
beter gezegd schets, is er een van de drie slapende kraaien op het dak van
het kasteel van Doornroosje bij het sprookje van Doornroosje. De al eerder
genoemde schets van een close-up van Roodkapje is de derde nog nooit
vertoonde tekening die je tegenkomt. In datzelfde sprookje treffen we,
twee pagina’s verder, nog een “nieuwe” tekening aan. Die van Krakeeltje
de
tamme kraai namelijk. Nu was er weliswaar al ooit eens een tekening van
Krakeeltje verschenen in “Het Sprookjesboek van De Efteling” uit de jaren
50 a 60. Maar dit is toch een geheel andere. Zo is deze in kleur. En
Krakeeltje heeft om een van zijn pootjes een kettinkje vastzitten, terwijl
hij zijn drinken moet drinken uit een glas water, wat in een houdertje
voor hem hangt. De volgende primeurtekening vinden we op pagina 69 in het
sprookje over “Het Kabouterdorp”. Dit is een fraaie tekening van het
speeldoosje wat in het grote Kabouterhuis op de Efteling staat. Tot mijn
grote genoegen als “Magische Klok fanaat” vinden we ook in dit sprookje
een nieuwe tekening. Althans dat denk ik. Het gaat hier om een tekening
van een van de zes herauten bij de Magische Klok. Ik kan me ook wel
vergissen, en misschien kwam deze tekening al eens naar buiten in de
documentaire “50 jaar Sprookjes in de Efteling”. En tot slot dan nog de
ontwerpschets van de Zeemeermin. Hoewel ik vermoed dat deze al te zien was
op de “Andersen tentoonstelling” in 2005 in het Efteling Museum. In
eerste
instantie dacht ik ook dat de inkttekening bij het verhaal van de Rode
Schoentjes een nooit eerder vertoond exemplaar was, maar door een melding
van een van de leden van Eftelist weten we inmiddels dat dat niet zo
is.
Conclusie over de tekeningen in het boek. Ze zijn stuk voor stuk prachtig.
Maar bij verhalen als Vrouw Holle en de Zes Dienaren staan er wellicht
teveel in. Hier ben ik overigens inmiddels aan gewend. Tot mijn grote
teleurstelling staat zelfs de schitterende prent van Ton van de Ven van de
Trollenkoning uit zijn boek “Noorse Volkssprookjes” niet eens in
het “Sprookjesboek van De Efteling”, wat ik zeer betreur. Want het is
toch
een waardevolle aanvulling op de rest van de tekeningen. Waar ik dan wel
weer mee kan leven is dat de enige tekening die Anton Pieck voor het
sprookje Repelsteeltje heeft geïllustreerd in de “Sprookjes van Grimm”
niet opgenomen is in deze collectie. Aangezien deze tekening nogal
gruwelijk is van aard voor de kleinste onder ons. Hier scheurt
Repelsteeltje zich namelijk in tweeën, waarbij toch een aantal
bloeddruppels aan te pas komt.
De tekst in het boek vind ik zeer prettig en vlot lezen, en onderstreept
het rechttoe rechtaan van een sprookje zeer goed. Dus niet van die zeer
lange en slome teksten als in het Sprookjesboek van Martine Bijl het geval
is. Net zoals dat ze in de oude hoorspelen, en oude sprookjesboeken van de
Efteling hebben gedaan, zijn ook de bekende Eftelingse elementen uit het
park, hier in dit sprookjesboek regelmatig aanwezig. Zo lezen we over een
muizenfamilie in het sprookje van de “Wolf en de Zeven Geitjes”, over de
kat van de heks uit het sprookje van “Hans en Grietje”, en ook lezen we
over zo’n beetje elke huisje en bewoner in het Kabouterdorp op de Efteling
in het sprookje van “Het Kabouterdorp”. Ja, zelfs wordt er in dit boek
verteld wie de vier mannetjes zijn, die afgebeeld staan onder de Gekroonde
Eend in het gelijknamige sprookje. Dit maakt het dat ik bij dit boek een
zeer groot en warm Eftelinggevoel krijg. Dat dit boek dus geslaagd is,
mogen wel blijken. Ook de gloednieuwe sprookjes: De Trollenkoning, Holle
Bolle Gijs, Het Kabouterdorp, De Draak, De Gekroonde Eend, en Klaas Vaak
zijn een genot om te lezen. Het Kabouterdorp is mijn favoriet. Het verhaal
is namelijk zo lekker simpel, en zou perfect passen tussen de al eerder
verschenen kabouterverhalen van “De Sprookjes van de Efteling” Lp-serie
uit de jaren 70. Nog een reden dat ik dat vind is dat de Muziekkabouter in
dit sprookje uit het boek net zoals de Muziekkabouter in het Hoorspel "De
Kabouterboom" uit de Lp-serie, ook Kabouter Riedeltje heet. Ook Kabouter
Fiedeltje is in het boek aanwezig net zoals in het hoorspel. Ook vind ik
dat de auteurs van dit boek bij sommige al bestaande verhalen iets hebben
toegevoegd. Onder ander bij het verhaal over “Het Bruidskleed van
Genoveva” waar ook de kinderjaren van de oude spinster in worden vermeld,
en bij het sprookje van “Het Stoute Prinsesje” (De Papegaai) waar de
prinses op een zeer ontroerende manier verlost wordt van haar
Papegaaiengedaante. Het geeft de verhalen meer inhoud, en zijn daardoor
boeiender te lezen. Ook vind ik de humor in het boek van een buitengewoon
leuk niveau (op een Geitje dat in plaats van Mééééh, Moeoeoeoe! roept na
dan).
Hoewel ik het verschrikkelijk jammer vind dat de versie van Martine Bijl
van het sprookje “De Tuinman en de Fakir” in het sprookjesboek staat, en
niet die van Bob Venmans, vind ik het een zeer geslaagd boek te noemen.
Naar mijn zeggen het beste sprookjesboek dat is verschenen sinds de komst
van de sprookjes die in het jubileumboekje ‘het sprookje van de Efteling’
van Bob Venmans staan. Het “Sprookjesboek van De Efteling”, misdruk of
niet. Het krijgt van mij de Miss-druk prijs van het jaar 2009! Wat vinden
jullie?
Sprookjes bestaan weldegelijk!
Met Seer Vriendelijcke Ghroeten, Rob de Wit.
P.S.: Wie meer wil weten over het verhaal achter de figuren en gebouwen in
Bosrijk, doet er goed aan om in dit Sprookjesboek het verhaal van “Klaas
Vaak” te lezen.