De afgelopen dagen verscheen een tweetal opmerkelijke artikeltjes in het
Brabants Dagblad. Zo werd eind vorige week bekend dat de Efteling de kosten
voor de jaarlijkse taptoe in Kaatsheuvel op zich zal nemen. Uit het bericht
van gisteren blijkt dat het park de geluidsoverlast van de Vliegende
Hollander wil verminderen.
De Efteling gaat taptoe van Kaatsheuvel onder zijn hoede nemen http://bit.ly/taptoe
De twee nieuwtjes hebben ogenschijnlijk niets met elkaar te maken, maar
beide berichten hebben betrekking op de relatie tussen de Efteling en
omwonenden. Ze herinnerden me aan de speech van Bart de Boer van afgelopen
donderdag, waarin hij Raveleijn bestempelde als een monument voor
Kaatsheuvel. Hij gaf daarbij aan dat het nieuwe kantoor voor omwonenden ook
als een muur zal fungeren, die geluidsoverlast uit het park zal tegengaan:
"Niet dat we daar veel klachten over krijgen hoor, maar we willen graag
goed met onze buren omgaan."
Zoekt de Efteling onder leiding van Bart de Boer bewust toenadering tot
Kaatsheuvel? In het geval van de Vliegende Hollander is dat misschien wat
vergezocht, want natuurlijk moet de Efteling zich gewoon aan de geldende
geluidsnormen houden. Het geruis van de sloepen over de stalen constructie
draagt soms tot ver buiten de parkgrenzen en aanpassingen aan de attractie
zijn waarschijnlijk onvermijdelijk. Toch lijkt de Efteling een stuk
vriendelijker en toegeeflijker dan we de afgelopen jaren hebben meegemaakt.
De sponsoring van de taptoe komt voor mij - en blijkbaar ook voor de
journalist van de krant - wel écht heel erg onverwacht. De Efteling werkte
al jaren niet meer mee aan activiteiten in de gemeente. En dat terwijl het
park vroeger altijd kon bouwen op de goede verstandhouding met Kaatsheuvel.
Bart de Boer zegt in het Brabants Dagblad over de sponsoring: "Wij
realiseren ons dat naast de werkgelegenheid en de uitstraling die wij
bieden, er een keerzijde aan de aanwezigheid van de Efteling zit, met name
voor de bewoners van Kaatsheuvel. Bijvoorbeeld qua bereikbaarheid."
Hoewel aan de sponsoring heus een zakelijke gedachte ten grondslag ligt is
dit toch een aardige geste, die ik enkele jaren geleden als volstrekt
onmogelijk had gezien.
Tot eind jaren negentig betaalde de Efteling jaarlijks vrijwillig 90.000
euro aan de gemeente Loon op Zand als tegemoetkoming in de kosten die de
gemeente moest maken voor de politiediensten en infrastructuur. Onder
Ronald van der Zijl werd die bijdrage stopgezet. Dat betekende het begin
van een moeilijke relatie tussen de Efteling en de plaatselijke overheid.
Er volgden rechtzaken over de hoogte van de vermakelijkheidsbelasting, de
plannen rond Bosrijk zorgden voor ophef en noodzakelijke schikkingen en de
Efteling verzette zich recentelijk nog tegen de bouwplannen van zorgcentrum
Rosagaerde. De stevige stem van de Efteling werd het park natuurlijk niet
altijd in dank afgenomen, met vervelende onderbuikgevoelens bij de
dorpelingen tot gevolg.
Ik kan het alleen maar toejuichen wanneer de Efteling zich weer eens wat
vriendelijker opstelt naar de directe omgeving. Kaatsheuvel ligt nu eenmaal
dicht tegen het attractiepark aan. Het heeft geen enkele zin het dorp
alleen maar als last te zien!
Naast de relatie met Kaatsheuvel leefde de Efteling trouwens sowieso een
tijdje op gespannen voet met de overheden. Ronald van der Zijl wist met
zijn kritiek op overheidsbeleid telkens weer de schuld van de stagnatie in
bezoekersaantallen af te schuiven op de fileproblemen rond Eindhoven en op
de te hoge belastingen die moesten worden doorberekend aan de gast. Nóóit
werd de hand in eigen boezem gestoken en telkens werden investeringen
verder teruggeschroefd. Tekenend voor die afwachtende houding was het
beleid van Van der Zijl dat ervoor zorgde dat het nieuwe attracties steeds
langer op zich lieten wachten. In het begin van de jaren negentig werd nog
jaarlijks een nieuwe attractie gepresenteerd; daarna was het beleid elke
víer jaar. Aan het eind van de carrière van Van der Zijl sprak hij in de
media zelfs over het verder terugschroeven tot eens in de zeven jaar een
nieuwe grote attractie.
De Efteling durft onder Bart de Boer gelukkig eindelijk weer te investeren
en eventueel tegenvallende cijfers aan zichzelf toe te schrijven. Het park
doet daarnaast zijn best om weer goede vriendjes te worden met gemeente en
omwonenden.
Waren we nu ook nog onverdeeld blij met de uitvoering van de laatste
toevoegingen aan het park, dan zouden we kunnen zeggen dat de Efteling weer
op het juiste spoor zat. Dat laatste kan ik helaas nog niet beweren. Toch
mogen positieve signalen ook eens worden belicht: het enthousiaste en
vriendelijke beleid van Bart de Boer bezorgt mij in elk geval meer pret dan
de negatieve spiraal waarin zijn voorganger het park bracht.