Er heeft er één honger, hoera hoera! - 50 jaar Holle Bolle Gijs
Gegroet Eftelist,
Naast Assepoester weet de Efteling dit seizoen met meer nieuwe zaken uit te
pakken, waaronder ook een nieuwe tentoonstelling in het museumpje aan het
Anton Pieckplein. Dit jaar is als onderwerp voor de expositie gekozen voor
de grote jubilaris van 2009. Nee, niet Jokie de Prrretneus, maar Holle
Bolle Gijs. De vrolijke dikkerd viert zijn 50 jarig bestaan.
Vorig jaar was de eerste keer dat men op basis van één figuur een
tentoonstelling vorm gaf in het Efteling Museum. Het leverde een mager
resultaat op, want uiteindelijk bleek er niet genoeg over de Fakir te
vertellen om daar de museumruimte mee te vullen. Met Gijs lukt dat gelukkig
een stuk beter. Zoals altijd kunnen we informatie en tekeningen bekijken
door de panelen aan de wanden van de vaste tentoonstellingsruimte. Naast de
totstandkoming van Gijs, met ontwerpen voor pratende papiertonnen en
kangoeroes, wordt er ook over de andere Gijzen in het park een boekje open
gedaan. Wie had ooit gedacht dat Matroos Gijs van Anton Pieck was,
oorspronkelijk bedacht als “Gijs voor de Kanovijver”. Of dat Visje Gijs
één van de oudste Ton van de Ven-ontwerpen in het park is? Qua informatie
en tekeningen is het weer smullen geblazen, al moet gezegd worden dat alles
wel kort is gehouden om het ook voor de gemiddelde Efteling-bezoeker nog
interessant te houden.
Wel wil ik hierbij excuses maken door al jarenlang overal uit te halen naar
het foutieve openingsjaar dat de Efteling zou gebruiken voor de populaire
papierslokker. 9 september 1958 was in 1998 nog de aanleiding om het
veertig jarig bestaan van Gijs te vieren en met dat gegeven in het
achterhoofd vond ik het vreemd dat men sinds het gouden jubileum van het
park opeens het seizoen na de opening van Gijs als openingsjaar ging
hanteren. Nu blijkt dat de Gijs die op die eerder genoemde datum in het
park stond een proefmodel was, en dat het officieel in gebruik nemen van de
attractie pas op 29 maart 1959 plaatsvond. Voilá, Gijs is dus echt 50
geworden.
Hier en daar zijn er wel wat vreemde zaken te ontdekken in de tekst. Dat de
stem van Kapitein Gijs van Peter Reijnders zou zijn vertrouw ik niet
helemaal. De stem lijkt bovenal totaal niet op het stemgeluid van Reijnders
dat we kennen, en daarnaast was Reijnders bij de totstandkoming van deze
Gijs al enkele jaren vertrokken bij het park. Ook vreemd is hoe bij de
informatie over de Holle Bolle Ballentent net wordt gedaan of het Game
Gallery-spel nog te spelen is, terwijl we sinds 2004 al zitten opgescheept
met de Knuppel in het Hoenderhok en de Olifant in de Porseleinkast.
Wanneer we overigens de ruimte betreden is te zien dat er flink werk is
gemaakt van de aankleding van deze expositie. Een Gijs met compleet lichaam
zit aan een lange gedekte tafel, gevuld met lekkernijen. De borden en
bekers zijn gedecoreerd met oude krullerige Efteling-E’s en Holle Bolle
Gijsjes aan het oor. Er is zult, fruit, een varkenskop en taart. Er hangen
slingers en feestverlichting aan het plafond en er klinken
verjaardagliederen, gezongen door kinderkoren met Gooise ‘r’. Voor een
invulling als deze, en zeker voor een expositie die niet langer dan een
jaar zal staan, kunnen we natuurlijk alleen maar lof hebben voor de makers.
Helaas zal het vandalismegevoelige tafereel dat gecreëerd is waarschijnlijk
het einde van het seizoen niet halen met alle druifjes en appelkroontjes
nog op de plaats. Een medewerkster van het museum wist mij te vertellen:
“Tja, het is niet anders, dat zal je altijd houden.”
Op deze overzichtsfoto van Erwin Taets is de feesttafel te zien. Er zijn
veel leuke details in te ontdekken, bijvoorbeeld dat de zitjes bestaan uit
de zeven tonnen bier uit het rijmpje: http://www.fotogalerijen.be/20090401efteling/foto/DSC06975.JPG
Naast deze feesttafel en de zeven panellen aan de muur zijn de
verschillende Gijzen ook te beluisteren aan de telefoonkast. Er is een
maquette te zien in de kast van een niet gerealiseerde Gijs die bedoeld was
voor bij de Bob en enkele Gijzen-souvenirs. Op de muur wordt dit keer geen
film geprojecteerd. Maar wat geeft het, want de Holle Bolle
Gijzen-tentoonstelling kan ik met stip één van de leukste noemen die de
Efteling tot nu toe in het Efteling Museum heeft gerealiseerd.
Hierbij nog foto’s en tekst van alle panelen, voor wie het thuis nog eens
fijn wil bekijken. De eerste tekst is een samenvatting van het sprookje
voor Holle Bolle Gijs dat speciaal is geschreven voor het nieuwe
sprookjesboek van de Efteling dat komende zomer zal verschijnen. Daarna
volgen de teksten die bij de zeven panelen horen. De laatste tekst is te
lezen op een klein bordje in de vitrinekast.
---
Er was eens een koning die met zijn twee ministers vergaderde. De koning
vroeg: 'Beste ministers, wat zijn de problemen deze week?' 'Majesteit,'
sprak de eerste minister. 'Ik hoor veel klachten over de troep in de
straten. Overal liggen papiertjes. Daar moeten we echt iets aan doen.' Toen
stak de kok van het paleis zijn hoofd om het hoekje van de deur. 'Sorry
majesteit, mag ik even storen?' 'Ga je gang Olivier,'zei de koning, 'waar
gaat het over?' 'Over Gijs, die stevige jongen die in de keuken werkt,
majesteit,' zei Olivier. 'Hij eet ons de oren van het hoofd! Hoe meer hij
eet, des te meer honger hij lijkt te hebben. Het is zelfs zo erg, dat we
hem in de keuken de bijnaam Holle Bolle Gijs hebben gegeven.' De koning
richtte zich tot zijn ministers: 'Jullie horen het. Wat gaan we daar aan
doen?' 'Majesteit,'sprak de tweede minister, 'even buiten de stad woont een
oude magiër. Hij brouwt allerlei vreemde drankjes tegen rare kwaaltjes.
Misschien heeft hij wel een middeltje tegen de honger van Holle Bolle
Gijs.'
Diezelfde dag nog bracht de tweede minister een bezoek aan de magiër.
'Heeft u ook een middeltje tegen een al te grote eetlust?' viel de minister
met de deur in huis. 'Ik zal eens kijken,'zei de oude man. Hij vulde een
fles met een stinkend groen goedje en samen gingen ze terug naar het
paleis. Daar zagen ze Holle Bolle Gijs. Hij verorberde net een paar
gebakken vissen, die verpakt zaten in een oude krant. 'Gijs, jongen,' zei
de minister, 'deze mijnheer heeft een drankje gebrouwen dat er hopelijk
voor zorgt dat je minder snel honger krijgt. 'Heerlijk!' zei hij, terwijl
de twee heren verbaasd een vies gezicht trokken. 'Eh, voel je al iets?'
vroeg de minister. 'Nou nee, ik voel me net als altijd, zei Gijs. 'Ik heb
honger.' En toen deed hij iets geks. Hij stak het laatste stukje vis in
zijn mond en hap!... Ook de krant schrokte Gijs naar binnen. Verrukkelijk!'
riep Gijs en de ogen van de tweede minister begonnen te twinkelen. 'Ik had
niet verwacht dat Gijs zo snel een nieuw baantje zou vinden,' zei hij blij.
De volgende ochtend stond hij met Holle Bolle Gijs voor de koning en zei:
'We slaan twee vliegen in één klap, majesteit. Dankzij het drankje van de
magiër is Gijs nu dol op papier. Door alle papiertjes op te eten kan hij de
straten keurig schoonhouden.' 'Geweldig,' zei de koning. 'Gefeliciteerd met
je nieuwe baan, Gijs.' De eerste minister kwam binnen met een sjiek
document vol mooie, krullende letters. Er stond op: Hierbij verklaren wij
Holle Bolle Gijs tot Hof-papierverslinder. De koning zette zijn naam
eronder en gaf het papier aan Gijs. Hap!... Het was alweer weg! 'Dank u
wel!' zei Holle Bolle Gijs.
Verkorte versie van het sprookje Holle Bolle Gijs /
Sprookjesboek van De Efteling (te verschijnen in juli 2009)
Fantasie en beleving
Bij de opening van het Sprookjesbos in mei 1952 zijn er tien sprookjes te
zien. Na 1952 verschijnen in rap tempo nieuwe sprookjes en andere
bezienswaardigheden in het bos, op de pleinen en in de speeltuin van het
park. Anton Pieck, die de ontwerpen maakt en Peter Reijnders, die ze
technisch tot leven brengt, hebben beiden een goed oog voor de fantasie en
belevingswereld van kinderen. Zij zijn geboeid door de uitwerking die de
bewegende en van geluid voorziene sprookjes hebben op kinderen en bedenken
voor hen een gekroonde eend, een stenen kip en ezeltje strekje. Deze dieren
laten de kinderen na inworp van een muntstuk net iets te lang wachten op
hun beloning. De opluchting is van de gezichten af te lezen als ze na even
wachten uiteindelijk toch het gevulde ei of de chocolademunt te pakken
hebben.
Papier Hier... Dank u wel!
Al die bezoekers, eind jaren vijftig gemiddeld 700.000 per jaar, laten
ondanks het aangenaam verpozen, de eigenaar van het bos de schillen en
dozen. In de beginjaren schetst Anton Pieck al een Klein Duimpje dat de
bezoekers met de tekst Papier Hier aanspoort het afval in de manden te
deponeren. Aan het einde van de dag ligt er echter altijd nog meer afval op
de paden dan in de manden. Zeker in de buurt van de ijs- en
snoepwinkeltjes. Met fantasie en psychologisch inzicht worden mogelijke
oplossingen bedacht. Pieck tekent een pratende vuilnisbak waaruit, bij het
openen van het deksel, een vriendelijk Dank u wel klinkt. Hiermee is de
intussen beroemde kreet Papier Hier... Dank u wel! geboren.
Bosvarken
Intussen bedenkt Henk Knuivers, chef Technische Dienst, hoe zoiets zou
kunnen werken. In zijn vrije tijd bedenkt en ontwikkelt hij een manier. Hij
presenteert het idee in de vorm van een bosvarken dat met een Papier
Hier-roepende kabouter op zijn rug met geopende bek op afval wacht. Als er
dan een papiertje met behulp van flinke zuigkracht in zijn bek verdwijnt,
bedankt de kabouter met een Dank je wel. Pieck en Reijnders zijn razend
enthousiast. Het varken zal volgens Anton Pieck niet misstaan in de buurt
van een winkeltje waar ijs en andere versnaperingen worden verkocht. Daar
zwerft immers het meeste afval rond. Pieck vraagt zich bij de tekening die
hij maakt af of het bosvarken een knorrend geluid zal moeten maken en of er
tralies om het geheel gebouwd moeten worden.
Dieren als papiervreter
Voortbordurend op het idee van Knuivers schetst Pieck een aantal andere
vormen om het inzamelen van afval aantrekkelijker te maken. Vooral dieren
inspireren hem. Zo zien we onder andere schetsen van een hond (waarbij
Pieck aantekent dat het wat hem betreft ook een pelikaan kan worden), een
kangoeroe, een olifant en een slang. Geen van deze vroege ontwerpen worden
op deze manier uitgevoerd, sterker nog: er zal later maar één door Pieck
ontworpen papiervreter in de vorm van een dier in het park verschijnen en
dat is een vis. Maar de aanzet is gegeven en het idee er achter is goud
waard! Decennia later, als de vis intussen ook al lang geen papier meer
eet, verschijnt er nog een beest, namelijk een door Henny Knoet
gefantaseerd badend Nijlpaard in het park.
Holle Bolle Gijs
In september 1958 heeft Henk Knuivers de techniek genoeg ontwikkeld om een
mobiel exemplaar in het park te testen. De adviseurs Pieck en Reijnders
kiezen uiteindelijk voor de gezellig uitziende dikkerd Holle Bolle Gijs, de
niet te verzadigen veelvraat uit het oude kinderversje. Gijs nodigt de
gasten, lui hangend over een laag deurtje, met een Papier Hier uit tot het
gooien van afval in zijn opengesperde mond. Als hij het vuilnis naar binnen
gewerkt heeft bedankt hij ook nog vriendelijk met een Dank u wel.
Techniek versus populariteit
De proef-Holle Bolle Gijs is zó populair dat de kinderen zelfs de blaadjes
van de heg plukken om maar iets aan de zeurende Gijs te kunnen geven. Hij
raakt dan ook snel overbelast. Knuivers knutselt net zo lang tot er een
parkwaardig exemplaar in de werkplaats staat. De eerste Holle Bolle Gijs
zit vanaf zondag 29 maart 1959, de openingsdag van dat seizoen, op zijn
vaste plek in de speeltuin hongerig te wachten.
Speeltuin Gijs
In het park vanaf: 1959 / Ontwerp: Anton Pieck / Techniek: Henk Knuivers
Locatie: Bij In den Hoorn des Overvloeds, speeltuin / Stem: Theo Hochwald
De Volkskrant besteedt op zaterdag 28 maart 1959 aandacht aan het
papieretende fenomeen en schrijft o.a.: “…Holle-bolle-Gijs is opgesteld
vlak bij de grote ijscotent, waar de Efteling in de zomer vier man aan het
werk moet zetten om alle weggegooide ijscopapiertjes op te prikken. Welnu,
dat prikken is inmiddels overbodig geworden. Wat zou eenvoudiger zijn dan
de kinderen hun papiertjes te laten wegwerpen in de muil van logge Gijs.”
Al snel is Speeltuin Gijs één van de grootste trekpleisters. De papiertjes
zijn niet aan te slepen en Gijs’ maag is eigenlijk altijd vol. In een
vergadering wordt melding gemaakt van het feit dat er ‘hulp moet komen
voor dhr. Sprangers, die tot 1 mei 1959 de Holle Bolle Gijs nog in z’n
eentje zal moeten legen, maar daarna hierbij zeker hulp zal krijgen’.
Wagen Gijs
In het park vanaf: 1967 / Ontwerp: Anton Pieck
Locatie: Bij Kogeloog, sprookjesbos / Stem Peter Reijnders
In juni 1967 wordt verkooppunt Kogeloog op het plein bij Langnek in gebruik
genomen. De koffiebekers en popcornzakken die daar te koop zijn, kunnen als
ze leeg zijn meteen door de nieuwe Holle Bolle Gijs die in een huifkar zit,
worden verorberd. Deze Wagen Gijs, die in een hoek van het plein zijn
plekje heeft gevonden, bedankt dan nog in verschillende talen. Omdat de
zuigbuis bij deze Gijs erg kort en recht is, vliegt het afval met zo’n
grote snelheid door de buis, dat de fotocellen geen tijd hebben om over te
schakelen naar Dank u wel. Om dit probleem op te lossen moet er onderzoek
gedaan worden en haalt technicus Dré Broeders de afvalcontainer uit de
ruimte. Hij gaat zelf in de lege ruimte zitten om te kijken op welke manier
het afval er in komt. Even was het rustig en kijkt hij door de buis. Op dat
moment komt er net een beker met koffie aanzetten. Nat van het donkerbruine
vocht fietst hij naar huis om even later in regenpak zijn werk te
hervatten.
De kinderen van Gijs
Eind 1967 is de tijd rijp om over meerdere Holle Bolle Gijzen in het park
te denken. Peter Reijnders doet daarop het voorstel de kinderen van Gijs te
gaan uitbeelden ‘omdat deze in alle vormen en leeftijden te plaatsen
zijn’. Anton Pieck schetst dan baby Gijs. ‘Zeer origineel’ vermelden
de notulen.
Tijdens dezelfde bijeenkomst toont Peter Reijnders een pop die kan lachen
en huilen. Hij denkt dat deze techniek goed van pas kan komen bij dit Holle
Bolle kindje. In januari 1969 is duidelijk dat er een papiereter moet komen
bij de kanovijver en ook het terras aan de zijkant van het Theehuis kan wel
een Holle Bolle gebruiken. Onzekerheid over de precieze plek houdt de
uitvoering nog even tegen: ‘In verband hiermede besluit men voorlopig een
Baby-Gijs te plaatsen bij de stationsrestauratie’.
Baby Gijs
In het park vanaf: 1969 / Ontwerp: Anton Pieck
Locaties: oude speeltuin / bij het Stationskoffyhuis / nieuwe speeltuin
Stemmen: Marjon Jespers en Netty Oomen
Zo gezegd, zo gedaan. In 1969 wordt dan Baby Gijs geboren. Voordat dit
Gijsje naar het Stationskoffyhuis bij het Kinderspoor verhuist, krijgt hij
eerst een plaatsje in de buurt van de EHBO-post in de speeltuin. Naast hem
is te lezen: Baby Gijsje die zit hier, altijd hunkerend naar papier. Baby
Gijs maakt met huil- en zeurgeluiden duidelijk dat hij echt toe is aan een
versnapering. Die geluiden zijn opgenomen bij een baby, die telkens stopt
met huilen als de microfoon in haar buurt komt. Het duurt dan ook uren
voordat er goede brabbel, huil- en zeurgeluiden op de band staan. Baby Gijs
bedankt met Lekker! Lekker! Als het Kinderspoor verhuist heeft Baby Gijs
niet veel aanloop meer en verdwijnt hij in 2000 tijdelijk van het toneel.
In de nostalgische speeltuin Kindervreugd krijgt hij tenslotte in 2007 weer
een vaste plek.
Wakkere Gijs
In het park sinds: 1969 / Ontwerp: Anton Pieck
Locatie: Op terras Het Dorstig Hert, Theehuis / naast ’t Witte Paard
Stemmen: Ton van de Ven en Lex Lemmens
Regelmatig wordt er gesproken over een Holle Bolle Gijs die het terras van
Het Dorstig Hert aan de zijkant van het Theehuis mag bemannen. Er is al een
schets gemaakt, een Holle Bolle met biertonnen. In september 1967 wordt de
plaats voor de Holle Bolle Bier bepaald, maar het duurt nog tot 1969
voordat de vierde Gijs wordt toegevoegd aan het assortiment. De Holle Bolle
Bier wordt uiteindelijk toch te jolig gevonden. In plaats van deze
papiereter, die de regels 'Een os en een stier en zeven tonnen bier' van
het versje uitbeeldt, wordt er een Wakkere Gijs gemaakt, met in het rijmpje
in rode letters: En nog kon hollebolle Gijs van de honger niet slapen. De
kabouter op het dak roept: Papier hier! Hallo, hallo! Papier Hier! Wakkere
Gijs antwoordt geeuwend: Dank u wel, dank u wel (gaap) dank u wel, waarna
hij af en toe een wind laat en zich meteen daarop verontschuldigt met een
O, pardon!
Opa Gijs
In het park vanaf: 1970 / Ontwerp: Anton Pieck
Locatie: Bij de Kleyne Klaroen, sprookjesbos / Stem: Ton van de Ven
Er worden plannen gemaakt voor meer nieuwe Gijzen. Eén daarvan zal zich in
1970 op het Herautenplein presenteren. Hoewel, zichzelf presenteren kan hij
niet meer, hij blijkt namelijk al jaren geleden overleden. Een inscriptie
op zijn scheefgezakte grafzerk leert ons dat hij, zoals een echte Gijs
betaamt, nog altijd honger heeft: Opa Gijs is ’t die hier leijdt, honger
raakt hij nimmer kwijt. Opa presenteert ons wel het familiewapen – een
braadwordt met vork op een schild – en de kraai die permanent op de zerk
staat krast onophoudelijk Papierrr Hierrr! Opa zelf antwoordt met een
diepe, galmende grafstem met Dank je wel! Laat soms een boer en zegt daarop
meteen Pardon!
Tweeling Gijs
In het park vanaf: 1971 / Ontwerp: Anton Pieck / huisje vanaf 2003: Michel
den Dulk
Locatie 1971: Bij de Smulpaap / vanaf 2003: 50 meter verplaatst
Stemmen: Marjon Jespers en Netty Oomen
In 1969 worden bij uitbreidingsplannen ook nieuwe Holle Bolle Gijzen
besproken. De directeur waarschuwt dat er ‘rekening gehouden dient te
worden met verdere uitwerking van verschillende Gijzen o.a.: een tweeling
babygijs bij de Smulpaap / de verplaatsbare Holle Bolle uitproberen bij de
kanovijver / de Holle Bolle Bier in driehoek van nieuw plan Dorstig Hert /
plaats bepalen en tevens vorm voor Herautenplein’. In augustus van dat
jaar ontwerpt Anton Pieck een tweeling Gijs, gezeten op moeders schoot.
‘Deze kan bij de Smulpaap zeer doelmatig werk doen’, aldus Pieck. Het is
wel de bedoeling om te onderzoeken of het vuil door een lange polyester
buis tot achter de Smulpaap kan worden verplaatst. Dat blijkt in 1971 dus
niet te kunnen en Tweeling Gijs raakt daardoor snel vol en vaak verstopt.
Later, na de renovatie van het Anton Pieckplein, worden moeder en kinderen
enkele tientallen meters verder tegen een huisje geplaatst, dat ruimte
biedt voor veel meer afval.
Matroos Gijs
In het park vanaf: 1980 / Ontwerp: Anton Pieck
Locatie: Op terras de Witte Walvis, achter het Spookslot / Stem: Henk
Smulders
Na de komst van de tweeling en hun moeder duurt het 9 jaar voordat een
nieuwe telg van de Gijzenfamilie zich voorstelt. Het is Matroos Gijs, een
door Anton Pieck gecreëerde zeebonk die zijn plekje vindt op het terras van
de Witte Walvis achter het Spookslot. Scheel van de honger wacht hij op
papier, intussen Hee, papier! Papier hier! Dank u, dank u wel roepend. De
matroos is door Pieck oorspronkelijk getekend als ‘Gijs bij kanovijver’,
maar detoneert zeker niet in dit deel van het park, waar het nautisch thema
de boventoon voert.
Tiroler Gijs
In het park vanaf: 1988 / Ontwerp: Ton van de Ven
Locatie: Bij de Steenbok, Bobbaan / Stem: Ton van de Ven
Nadat de Bobbaan in 1985 toegevoegd is aan het attractieassortiment, wordt
in de nabijheid hiervan twee jaar later horecapunt de Steenbok geopend. In
dit Tiroler-thema schetst Ton van de Ven een Alpenhoornblazer compleet met
Lederhosen, die op een meterslange hoorn blaast. Het papier dat in de hoorn
wordt gestopt zal in een ruimte onder de grond verdwijnen. Dat is dan ook
meteen een van de redenen waarom deze muzikale Holle Bolle niet
gerealiseerd wordt: een gemetselde ondergrondse opslagkelder is duur. Het
vandalismebestendig maken van de hoorn en het feit dat het geheel
onevenredig veel plaats in gaat nemen, zijn andere hobbels die genomen
zouden moeten worden. In plaats van deze muzikant ontwerpt Ton van de Ven
Tiroler Gijs, compleet met muts op zijn slapende hoofd en een charmant
Oostenrijks accent,
Geen familie van…
Naast familieleden van Gijs zijn er ook papiereters die niet bij de familie
horen. In 1969 tekent Pieck al een Holle Bolle in de vorm van een zeerob.
Dat doet Reijnders denken aan een idee dat hij jaren daarvoor al had,
namelijk een ‘draaiend, voornaam figuur, waarbij het mogelijk is aan 4
zijden papier te offeren’. Men vindt dit meer iets voor een groot plein.
Vis Gijs
In het park van: 1970 tot 1982 / vanaf 1985 als beeld
Ontwerp: Ton van de Ven (vis door Anton Pieck)
Locatie: tot 1982 bij de roei- en kanovijver / vanaf 1985 in de Wensbron
Stem: Ton van de Ven
Het idee van Reijnders, een Zeemeermin met vier vissen, die alle vier
papier eten, vertaalt Anton Pieck naar schetsen met een wijzende kabouter
in het midden. Het uiteindelijke ontwerp van Pieck laat alleen een vis
zien, die Ton van de Ven op zijn beurt inspireert tot de uiteindelijke Vis
Gijs, met kobold op zijn rug. Deze kobold, die de vis in zijn macht lijkt
te hebben, wijst naar de geopende vissenbek, P-p-p-papier Hier! roepend. De
vis bedankt dan met een Dánk je wel!! Vanaf 1970 houdt Vis Gijs de omgeving
van de roei- en kanovijver schoon. Hij verdwijnt in 1982 weer van het
toneel, omdat dan de Piraña wordt gebouwd en bij die nieuwe attractie hoort
een nieuwe papiereter. De techniek van de vis wordt gebuikt voor de
besturing van die nieuwe slokker. Deze heeft de vorm van een offerbeeld en
strijkt bijna op dezelfde plek neer. Het beeld van Vis Gijs met kobold
staat vanaf 1985 in de Wensbron, de bron die in 1985 wordt geopend door
Prinses Juliana,
Inca Gijs
In het park vanaf: 1983 / Ontwerp: Ton van de Ven
Locatie: Bij de Piraña / Stem: Henny Knoet
Inca Gijs heeft de gedaante van een zogenaamde chac-mool, een offerbeeld
uit de Maya-cultuur waarop offers aan de goden werden gebracht. Dat dit
beeld in 1983 Inca Gijs wordt genoemd is begrijpelijk als je weet dat een
van de eerste ontwerptekeningen voor de attractie Piraña, waar de
papiereter bij hoort, de aanduiding ‘Woeste rivier in Inca-thema’ heeft.
Het betonnen offerbeeld Inca Gijs, duidelijk geen familie van, is bedacht
door Ton van de Ven. Na het voeden van het beeld is na een tijdje een plons
te horen, alsof het afval in het water valt. Om het ultieme plonsgeluid te
krijgen, zijn bij alle watertjes en vijvers van de Efteling geluidsopnames
gemaakt. Een zware steen aan een touw is elke keer in het water gegooid en
de beste plons is nu te horen bij deze papierslokker.
Kapitein Gijs
In het park vanaf: 1973 / Ontwerp: Anton Pieck
Locatie: Bij In de Noordpool, sprookjesbos / Stem: Peter Reijnders
In juni 1972 vragen de technische mannen van de Efteling zich af of er niet
te veel Holle Bolle Gijzen in het sprookjesbos zijn. Er is er namelijk weer
een gepland om het te verwachte afvalprobleem bij het nieuw te bouwen
verkooppunt bij Roodkapje op te lossen. Heeft dat wel zin? Wordt de
begroeiing niet teveel aangetast? Wat is het openingspercentage van het
verkooppunt? Allemaal vragen die het aantal uren en de investering moeten
rechtvaardigen. Een paar maanden later wordt toch de opdracht gegeven de
‘HBG Roodkapje te plaatsen, links naast het winkeltje. De heer Pieck gaat
het ontwerp aanpassen eventueel met kanonsloop voor de papierinworp’.
Niets is veranderlijker dan de plaatsbepaling van de Holle Bolle Gijzen,
want uiteindelijk wordt Kapitein Gijs rechts naast verkooppunt In de
Noordpool geplaatst. Nadat in januari 1973 het muurtje al wordt gemetseld,
duurt het nog een paar maanden voordat de kapitein zijn kanon kan
afschieten.
Holle Bolle Ballentent
In het park vanaf: 1981 / Ontwerp: Ton van de Ven
Locatie: Game Gallery, Ruigrijk / Stem: geen
In de Game Gallery van de Efteling, een gedeelte in het Ruigrijk waar
allerlei spellen gespeeld kunnen worden, is ook een Holle Bolle Ballentent.
Opa Gijs, de tweeling en hun moeder, Speeltuin Gijs en hun huisdier de hond
zijn gewillige objecten voor een spelletje ballengooien. Een tweede Holle
Bolle Ballenspel, voor een andere Game Gallery in de speeltuin, is niet in
gebruik genomen. Ton van de Ven tekende ook deze Holle Bolle Lavenfamilie,
gebaseerd op zijn eerder geschetste Gijzen.
Station Gijs
In het park vanaf: 1999 / Ontwerp: Ton van de Ven
Locatie: Treinstation bij de remise, Marerijk / Stem: geen
Naast alle papieretende familieleden heeft de Efteling vanaf 1999 ook een
Gijs die, gezeten op het perron van een stationnetje, een beetje zit te
dutten met naast hem een gezellige kabouter. Deze Station Gijs eet geen
papier, sterker nog: niemand kan hem benaderen want de stoomtrein stopt
helemaal niet bij dit station. Als de trein langs rijdt zie je dat de
zwaartekracht vat heeft op Gijs en zijn buurman. Het bankje zakt aan Gijs’
kant door, zodat de kabouter omhoog wipt en moeite moet doen om te blijven
zitten en er niet af te vallen. Gijs draait zijn hoofd en kijkt opzij,
alsof hij verrast is door de balancerende capriolen van de kabouter.
Verschillende sprookjesfiguren, kakelende kippen en andere dieren houden
elkaar gezelschap op dit rustieke perron.
Nijlte in ’t Teiltje
In het park vanaf: 2002 / Ontwerp: Henny Knoet
Locatie: Speeltuin Kleuterhof / Stem: Henny Knoet
Een vreemde eend in de Holle Bolle-bijt is het badend nijlpaard in
Kleuterhof, de speeltuin die halverwege de jaren negentig naast het
Café-restaurant is geopend. In het jaar dat de Efteling haar vijftigste
verjaardag viert, 2002, wordt deze papierverslinder in gebruik genomen. Een
prijsvraag voor kinderen tot 12 jaar moet een originele naam voor de hippo
opleveren. De naam die uit 1500 inzendingen wordt gekozen en drie keer is
genoemd is Nijltje in ’t Teiltje. Het paarse nijlpaard en zijn eendje
Snater keuvelen wat af samen. Nijltje mompelt: O, wat is het toch fijn een
papierhier Hippo te zijn, waarna Snater de gasten toeroept: Hé, hallo, ligt
hier papier op de grond? Stop het dan asjeblieft hier in Hippo zijn mond.
Kwek. Vindt ie lekker! En met nog meer gekwetter en gemompel sporen Snater
en Nijltje de bezoekers aan tot het afstaan van lege limonadepakjes en
smulpapiertjes. Nijltje in ’t Tijltje is de meest recente papiereter.
Holle Bolle Gijzen buiten de Efteling
Hoe populair Holle Bolle Gijs buiten de Efteling is, blijkt uit de vele
aanvragen die vanaf de begin jaren zestig binnen komen.
Evenementenorganisatoren en attractieparken zien het wel zitten om hun
afvalprobleem attractief op te lossen door het plaatsen van een mobiele of
vaste Holle Bolle Gijs. Zo ook de vrouw van burgemeester Thomassen van
Rotterdam, die de bewonderaars van de havenstad met het comité Rotterdam
Schoon Schip in 1969 wil bewegen hun omgeving schoon en netjes te houden.
Ze denkt dat te bereiken door een Holle Bolle Gijs ruim 2 weken op de
Lijnbaan te zetten. De directie van de Efteling laat voor deze actie
speciaal een mobiele Gijs maken, met de gedachte dat deze later ook ingezet
kan worden als proef-Gijs op verschillende plaatsen in de Efteling. En een
succes is het geworden daar in Rotterdam, laat het comité nog weten.
Ook in het buitenland verovert Holle Bolle Gijs de harten van velen. Onder
andere Phantasialand in Duitsland, Parc Astérix in Frankrijk en in Osaka,
Japan houden verschillende Gijzen de omgeving schoon. Voor Give kids the
World, een park in Florida dat ernstig zieke kinderen een vakantie biedt,
maakt de Efteling twee Holle Bolle papiereters, een clown en een olifant.
Holle Bolle Gijs is een geliefd personage om in stripverhalen te verwerken,
cartoons op te baseren, na te maken van Schevenings of ander strandzand,
als hoofdpersoon in boeken te laten fungeren en puzzels of ander speelgoed
van te fabriceren.
De oude techniek
De eerste Holle Bolle Gijs is uitgerust met een zelfgebouwde bandrecorder
met een eindloos bandje met 2 sporen. Op het ene spoor staat enkele keren
Papier Hier en op het andere spoor Dank u wel. Omdat het bandje slechts 90
cm lang is en de hele dag langs de knoppen loopt, moet er wekelijks een
nieuwe band op. Het afval wordt aangezogen door een exhauster, die normaal
gesproken wordt gebruikt voor een sterke blaaslucht. Bij de Holle Bolle
Gijs wordt juist van de aanzuigkracht gebruikgemaakt. De exhauster staat in
een put achter Gijs en het papier komt door de buis in een stalen
papiermand terecht. Een beetje vergelijkbaar met een stofzak van een
stofzuiger. De mand is niet groot en moet meerdere keren per dag geleegd
worden. De detectie van het afval gebeurt met een fotocel. Aan de
buitenkant van de zuigbuis zijn twee gaten tegenover elkaar gemaakt. In
één gat is een lichtwerper gemonteerd en in het andere gat een fotocel. De
twee zijn aangesloten op een electronisch relais. Als de lichtstraal
onderbroken wordt door het afval, schakelt deze tijdsrelais in van 3
seconden. Dan schakelt het spoor van de bandrecorder om van Papier Hier
naar Dank u wel.
Bij het omschakelen kon je dan ongeveer het volgende horen: Hier…u
wel…dank u wel…dank…ier… Door de digitale geluidstechniek is die
later verbeterd door netjes direct over te schakelen naar Dank u wel.
Het kinderrijmpje
Holle Bolle Gijs is een figuur uit een kinderrijm, dat voor het eerst in
1871 werd gepubliceerd in ‘Nederlandsche Baker- en Kinderrijmen’ door
dr. Johannes van Vloten (1818-1883), een wetenschapper die decennia lang
rijmpjes en versjes verzamelde. Zoals ook bij sprookjes en andere door
mondelinge overlevering bewaarde teksten, zijn er verschillende versies van
het Holle Bolle Gijs-rijmpje bekend. De versie die het eerst is opgetekend
luidt:
Heb je niet gehoord van dien hollebollewagen
Waar die bolle Gijs op zat
Hij kon schrokken grootte brokken
Een koe en een kalf een heel paard en een half
Een os en een stier en zeven tonnen bier
En een schuit vol schapen
En nog kon Gijs van den honger niet slapen
ER HEEFT ER EEN HONGER, HOERA HOERA;
HOLLE BOLLE GIJS WORDT 50 JAAR
Bronnen: Het sprookje van de Efteling – Bob Venmans * De Efteling /
Kroniek
van een Sprookje – Henk van den Diepstraten * 50 jaar Sprookjes in de
Efteling / documentaire 2002 * Peter Reijnders 1900-1974 – Biografie door
Rob Smit * Krantenartikelen * Archief de Efteling
Schetsen en illustraties: Anton Pieck * Ton van de Ven * Hennie Knoet *
Michel den Dulk
Foto’s: Peter Reijnders * Léon Weterings * Axel van der Ende * Archief de
Efteling
Met dank aan: Ton van de Ven * Axel van der Ende * Lex Lemmens * Dré
Broeders en vele anderen