Re: Over storytelling en het verhaal van een attractie
Beste Eftelisten,
Als storyteller kan ik het natuurlijk niet laten om voor het eerst te
reageren zodra het over storytelling gaat (duurt alleen een paar dagen).
Ik ben het met Bouke eens dat de verhalen in de recentere attracties erg
lineair zijn. Je begint bij A en via B, C en D eindig je keurig bij E. Er
is geen kans ergens onderweg een F of G te vinden, nooit bij E uit te komen
of anderszins een afwijkend of eigen narratief te ontdekken zonder aan
beleving te verliezen; je kan niet meer verdwalen.
In 1989 was ik voor het eerst in de Efteling. Als 7-jarig jochie rende ik
door het Sprookjesbos en verzon mijn eigen verhalen bij de taferelen. Het
was het begin van een levenslange passie voor storytelling (nu mijn werk).
Bij mijn weten waren toen ook de 'boeken' er nog niet die je nu bij vele
sprookjes vindt. Tenzij je het sprookje van voor naar achter kende moest je
wel zelf het verhaal verzinnen, met een paar uitzonderingen zoals De Zes
Dienaren en Vrouw Holle waar wel het hele sprookje wordt verteld.
De Efteling gaf de bezoeker ruimte: zelfs bij vrijwel vaststaande verhalen
werd het vaak zo uitgebeeld dat je er zelf van alles aan toe kon voegen of
er zelfs een heel ander verhaal van kon maken. Tegelijkertijd werd een
balans gevonden met andere sprookjes en attracties waar je meer een
toeschouwer was in plaats van een actieve participant in een tafereel.
Een vergelijkbare balans is te vinden met attracties zoals respectievelijk
Droomvlucht en Villa Volta.
Ergens is dit grotendeels veranderd. Bouke sprak al over het spookslot en
het bijzondere hier is dat het verhaal oorspronkelijk niet bij de attractie
hoorde. Het spookslot riep een sfeer op, gaf een aantal beelden en
vervolgens mocht de bezoeker zelf hier een verhaal in vinden. Een jaar na
de opening is echter het verhaal toegevoegd, verdween het weer in 1987 en
kwam terug in 2001. De meest recente terugkeer lijkt toe te behoren aan de
huidige golf van lineaire storytelling binnen de Efteling.
Je ziet het ook in het Sprookjesbos. Was Rapunzel in 2001 nog een klein
tafereel zoals de meeste oudere sprookjes, Het Meisje met de Zwavelstokjes
(2004), het dragonder met de naam Sprookjesboom (2006) en meest recent De
Nieuwe Kleren van de Keizer (2012) zijn allemaal voorbeelden van A>B met
weinig ruimte voor eigen interpretatie. Ik wil hierbij wel iets meer
krediet aan Het Meisje geven, gezien het oorspronkelijke sprookje zelf veel
ruimte geeft voor interpretatie vanwege haar spirituele invalshoek.
Zijn deze sprookjes sprookjes hierdoor minderwaardig? Niet per definitie,
maar zoals vaker is gesuggereerd hier op Eftelist lijkt het bos enigszins
uit balans te raken en is mijns inziens er te weinig echt te ontdekken of
verzinnen in deze recentere aanwinsten.
Er zijn meer voorbeelden. Vogel Rok (1998) geeft meer een sfeer met ruimte
voor interpretatie terwijl Joris & de Draak (2010) een volledig verhaal
kent.
Is dit een bewuste keuze? Uiteraard ben ik niet diegene die hier een
antwoord op kan geven maar ik vermoed van wel, gezien het in een bredere
trend past binnen diverse sectoren in entertainment en media.
Of het nu gaat om attractieparken of films, om lego of opiniestukken in de
krant, materiaal wordt meer en meer in hapklare brokken aangeboden. Als
toeschouwer hoef je weinig meer te doen dan je ogen open te houden of de
instructies te volgen.
Wil je het nog breder trekken kan je er een maatschappelijk perspectief
tegenaan gooien en je afvragen waar in het onderwijs creatief en kritisch
denken nog wordt gestimuleerd en hoeveel werkgevers daadwerkelijk prijs
stellen op eigen iniatief van hun medewerkers.
Kortom: de Efteling doet hier niet iets unieks of opmerkelijks met haar
steeds nadrukkelijker gewijzigde koers in storytelling.
Op het eerste gezicht lijkt dit een logische keuze en op de korte termijn
is dat wellicht ook waar. Gekeken naar recente ontwikkelingen lijkt het
goed te gaan met het park en ze doen dus zeker iets goed (of zelfs veel
goed).
Ik heb echter twee kanttekeningen:
1. Als er zo weinig ruimte is voor je eigen unieke belevenis van een
attractie, hoe lang kan deze blijven boeien?
Persoonlijk ben ik een fan van achtbanen en daarvoor zou bijvoorbeeld
Walibi in Nederland mijn voorkeur moeten hebben. Ben ik in het park echter,
dan stoor ik me aan het enorme gebrek aan verbeelding, of meer Eftelings:
verwondering, en het feit dat de weinige thematisering die er dan is
ontzettend op het nu is gebaseerd (en daarmee gedateerd een jaar later) en
tevens, als ik het zo mag zeggen, lichtelijk infantiel. Het lijkt er niet
op dat Walibi verwacht dat haar bezoekers een narratieve uitdaging
aankunnen. Het park boeit me daarom niet, zelfs terwijl ik er een
behoorlijke geschiedenis heb liggen: ik ben geboren in het dorp ernaast en
heb nog goudklompjes gezocht op de Flevohof.
Is deze aanpak bestand tegen de tand des tijds?
Ik waag het te betwijfelen en op het gebied van attractieparken is Walibi
wellicht het beste voorbeeld in Nederland. De ene na de andere overname en
rebranding na rebranding heeft er plaatsgevonden. Toegegeven: ze zijn er
nog steeds. Ik denk echter daadwerkelijk dat met een andere aanpak, een die
de bezoeker meer onderdeel in plaats van toeschouwer maakt, dat ze een
sterkere of in ieder geval meer memorabele, positie zouden kunnen hebben
(Xpress: Platform 13 lijkt een stap in de goede richting te zijn).
2. De bezoeker verdient iets meer krediet voor de intellectuele vermogens
en capaciteit tot verwondering.
Is Truus(je) uit Delft geinteresseerd om op zoek te gaan naar dingen die
anderen niet zien? Wil ze zich verwonderen en het accepteren misschien iets
niet direct te begrijpen?
Truus kan best even geirriteerd raken wanneer haar dit overkomt.
Maar wat als Truus per ongeluk nou iets bijzonders ontdekt? Wat als ze haar
moeder aantikt en giechelt dat zij iets ziet wat nog een mysterie voor
moeder is? En dan kan ze ernaar wijzen, ze kan haar moeder langs haar arm
laten kijken en samen kunnen ze verzinnen wat hier aan de hand is. Samen
ontdekken ze een verhaal, wordt het een belevenis en een uniek moment. Iets
wat alleen zij met elkaar lijken te delen.
Truusje is misschien al 3 keer eerder in de Efteling geweest en nog nooit
had ze dit gezien. Hoe bijzonder is het dat ze het nu wel ziet? Het maakt
dit bezoek extra wonderlijk en vanaf nu doet ze haar best om meer te vinden
en komt ze er misschien nog wel speciaal voor terug.
Is dit een realistische inschatting van Truusje's beleving? Lastig te
zeggen, maar volgens mij wil ieder mens graag bijzonder en uniek zijn.
Hoewel Truusje zelf wellicht niet verandert zodra ze onder het Huis van de
Vijf Zintuigen doorloopt heeft ze wel een uniek moment en door het te delen
zal ze zich even bijzonder voelen.
Ik denk dat Truusje het met me eens is. En het goede is dat de buurvrouw
van Truus, die toch echt anders in elkaar steekt, het ook naar haar zin
heeft. Zonder dat zij op avontuur gaat is er nog genoeg avontuur in de
lineaire belevenissen die zeker niet moeten verdwijnen om een mooie balans
te houden en de attracties met meer verwondering zijn nog steeds bijzonder
zonder een speurtocht in omgeving en brein.
Kortom: Ik zou graag zien dat de Efteling haar bezoekers wat hoger inschat
(en anderen met de Efteling). Het is niet iets wat alleen succesvol zal
zijn onder die-hard Efteling fans. Als je het goed aanpakt, wat de Efteling
ooit zo perfect deed, kan je zonder moeite een ieder in een verhaal
meenemen zonder het verhaal volledig in te vullen. Dit is wat de Efteling
zo uniek maakte en hopelijk blijft maken (of: weer maakt).
Hoogmoed, zoals volgens Looopings de werktitel is van de nieuwe dive
coaster, heeft de kans het geweldig en volledig verkeerd te doen qua
storytelling en thematiek. De naam, als deze blijft, is in ieder geval erg
mooi (zij het internationaal wat lastig). Het is even afwachten maar ik
hoop dat juist met zo'n mooi en enigszins duister thema als de mijnen de
Efteling weer teruggaat naar haar meer oorspronkelijke stijl van vertellen
en bezoekers daadwerkelijk weer te doen verwonderen.
Met dank aan Eftepedia voor een aantal jaartallen en meer gedetailleerde
informatie.