Door Ilona van GolenWie op de Internet Movie Database bij filmlocaties op 'Efteling, Kaatsheuvel, Noord-Brabant, Netherlands' klikt
krijgt vier producties te zien: de ontstellend beroerde televisieserie Flappie uit begin jaren tachtig (met de
inmiddels overleden Ab van der Linden als clown in eeuwige tweestrijd: "Zal ik het doen, of zal ik het niet doen?"),
de documentaire Pretpark Nederland (2006), de recent door de Efteling zelf geproduceerde Sprookjes-serie, én - eigenlijk de leukste van
allemaal - Peter en de Vliegende Autobus.
Deze jeugdfilm, die in 1976 vlak voor kerst in première ging, is de oude koe in de sloot der Efteling-fanfora. Steeds
duikt er wel weer iemand op die zich herinnert vroeger iets gezien te hebben over een bus die uit vliegen gaat en
uiteindelijk in de Efteling terechtkomt. De film heeft een zekere cultstatus onder Eftelingliefhebbers verworven, en
dat is niet voor niets: Peter en de Vliegende Autobus speelt zich voor een flink deel af in een Efteling van vroeger,
een Efteling die op het punt stond om middels het Spookslot de overstap te wagen van speel- en sprookjespark naar
attractiepark.
Gedurende krap vijfentwintig
minuten worden we getrakteerd op Eftelingbeelden die we hoogstens kennen van oude fotoboekjes of uit een verzameling
zomervakantie-dia's van oma. De oude Speeltuin met haar schommelschuitjes en houten glijbanen, het enorme gazon van
de St. Nicolaesplaats en onze teerbeminde Ingang West; stuk voor stuk iconische beelden binnen de Eftelingnostalgie
en stuk voor stuk terug te zien in Peter en de Vliegende Autobus.
Betoverde toverballen
Het plot draait om de twaalfjarige Peter (blond eenfilmsvliegje Maarten van Kruysen), die sinds een auto-ongeluk in
een rolstoel zit. Hij lijkt een beetje de aansluiting met zijn klasgenoten te hebben verloren, iets dat hij zelf wijt
aan het feit dat hij 'in een karretje zit'. De klas heeft op dat moment te kampen met een klein probleem: de
sprookjesmusical komt eraan en men krijgt de elfjes niet aan het zweven.
Peter stuit bij toeval op een mogelijke oplossing: in zijn dorp werken professor Quirinus Drijfhout (Lex Goudsmit) en
zijn onnozele zoon Felix (Martin Brozius in een toffe spencer) stiekem aan een 'Zero-straler': een apparaat dat
dingen gewichtloos kan maken. Er lijkt echter ook een nogal onguur type (Joost Prinsen, heerlijk als altijd) achter
de uitvinding aan te zitten.
Door toeval komt een gewichtloos gemaakte zak toverballen terecht in de bus waarmee Peter en zijn
klas op schoolreisje gaan en wanneer één van de toverballen in de vloer verdwijnt stijgt de bus op om zijn weg
vliegend te vervolgen. Nadat de buschauffeur (een ietwat melige Piet Römer) op een kerktoren is uitgestapt om hulp te
halen zweeft de bus verder in de richting van de Efteling.
Beneden op de grond hebben de professor en zijn zoon inmiddels de achtervolging ingezet: door een misverstand
verdenken ze Peter ervan een essentieel onderdeel van de Zero-straler te hebben gestolen. Ook het ongure type zit achter de bus aan.
De bus landt uiteindelijk middenin de Efteling, in de film overigens consequent 'het pretpark' genoemd, hoewel sponsors als Lego en Volkswagen middels heel wat product placing wél voortdurend met naam en toenaam te zien zijn. In de Efteling komt de film tot een
spannende ontknoping met achtervolgingen dwars door heel het park en dan, na anderhalf uur film, een feestelijke finale
bij het Carrouselpaleis.
De tand des tijds
Naar moderne maatstaven heeft de film weinig om het lijf en Peter en de Vliegende Autobus behoort eerlijk gezegd niet
helemaal tot het beste werk van de met een Nipkowschijf-bekroonde filmmaker Karst van der Meulen, zoals bijvoorbeeld zijn Martijn en
de Magiër ('78) en De Zevensprong ('81) wél onvervalste klassiekers binnen het Nederlandse jeugdgenre zijn. Niettemin
is het een leuke, ongecompliceerde film die nog steeds genietbaar kan zijn voor kinderen van nu, althans voor het
deel van de Nederlandse kinderschare waarvan de breintjes nog niet in pudding zijn veranderd door langdurige
blootstelling aan Spongebob Squarepants. En als je al groot bent is de film een vermakelijk tijdsdocument, met
autowegen zonder files, kettingrokende schooljuffen, Boerenbont-serviezen en Lego-van-toen-Lego-nog-gewoon-Lego-was,
allemaal voorzien van de herkenbare, gezapige deuntjes van Tonny Eyk.
Overigens maken verschillende websites melding van het feit dat Peter en de Vliegende Autobus in 1977 tot de selectie
van het Internationale Filmfestival in Moskou behoorde, of zelfs dat de film daar een prijs in de wacht zou hebben
gesleept. In de archieven van het festival is hierover echter niets terug te vinden; de enige Nederlandstalige
productie die destijds aan het festival deelnam was het Vlaams/Nederlandse Een Stille Liefde van regisseur René van
Nie. Maar dat mag de pret niet drukken: Peter en de Vliegende Autobus is en blijft een charmant stukje vaderlandse
filmhistorie.
Eindelijk gewoon te koop
Zo moet ook de firma Just Entertainment gedacht hebben. Zij brachten Peter en de Vliegende Autobus in het voorjaar van 2006 opnieuw uit in een reeks dvd's die samen een greep uit het oeuvre van Karst van der Meulen vormen. De film
kon door het ontbreken van het oorspronkelijke materiaal niet digitaal opgepoetst worden en zit daarom vol vlekken en
krassen, maar desondanks de dvd het geld meer dan waard. Eftelist kwam twee jaar eerder al eens een met piepkleine hoeveelheid eigen dvd's van de film op de proppen (zie kader), en met de officiële editie van Just
Entertainment is er dan ook eindelijk een einde gekomen aan de smeekbeden die we hierover steeds maar bleven
ontvangen. Tot Eftelist met haar uitgave kwam was Peter en de Vliegende Autobus slechts te vinden via toegewijd
spoorzoeken in 's lands schimmigste videotheken en hoewel dat flink bijdroeg aan de mytische status die de film onder
Eftelingliefhebbers had, is het natuurlijk vooral plezierig dat de film nu veilig voor het nageslacht bewaard blijft.
Een middagje nostalgie (2004)
"Eftelist organiseert maar zelden uitjes. Doorgaans houden we ons afzijdig van allerlei georganiseerd meeting-gedoe: als leden elkaar willen ontmoeten zorgen ze daar over het algemeen prima zelf voor. Maar soms is het even nodig, en op zondag 25 april 2004 deed zich zo'n gelegenheid voor.
De film 'Peter en de Vliegende Autobus' werd namelijk vertoond in het Filmmuseum te Amsterdam! En bestond van de film slechts een handjevol aftandse video's, dus wanneer de mogelijkheid zich voordoet om 'm op een groot scherm te gaan bekijken dan moet zo'n kans natuurlijk met beide handen worden aangegrepen."
"Zo vertrok een flinke delegatie Eftelisten op zondagmorgen richting onze hoofdstad. Na wat drankjes op het zonnige terras van het Filmmuseum was het tijd voor de film in de fraaie, kleine bioscoopzaal en al snel bleek dat het om een kindervoorstelling ging. Normaal gesproken bestaat het publiek hier uit een handjevol kinderen met kunstzinnige ouders die hun kroost iets anders willen voorschotelen dan Scooby Doo 2 in een Pathé-bioscoop. Aan dat profiel voldeden we niet helemaal en de dienstdoende Museum-mevrouw stond er dan ook ietwat verbijsterend bij toen een flinke stroom enthousiaste volwassenen haar zaaltje binnendruppelde.
Toen ze eenmaal over de schrik heen was liet ze ons op jolige wijze voor joker zitten; we moesten - zoals het schijnt te horen bij de matineevoorstellingen - van tien tot nul aftellen voordat de film begon. Luidkeels. Om de ridicule situatie compleet te maken wachtte ze ons na afloop bij de uitgang van de zaal ook nog eens op met snoepjes en rozijntjes."
"Na afloop van de film presenteerden we een nog een kadootje aan de aanwezigen: Eftelist had voor iedereen een kopie van de film op dvd gezet en het geheel afgemaakt met een fraai, door Theo Buiting ontworpen hoesje.
Tot slot werd de dag afgesloten in een restaurantje waar we onder het genot van eten en drank nog een poosje gezellig hebben nagepraat. Een mooi einde van een zeer geslaagde dag!"