Ondanks het feit dat Michel bij de Efteling zo vaak op onbegrip stuitte, is hij het park ook heel dankbaar. Hij heeft een behoorlijk grote vrijheid gekregen in de projecten die hij voor de Efteling heeft kunnen doen, en hij prijst zich gelukkig dat bijna al zijn projecten op een vrij hoog niveau zijn uitgevoerd. Grote hoeveelheden details waren mogelijk, en hij spreekt met liefde over de ontzettend goede sfeer die er tijdens de projecten hing, zowel bij het Anton Pieck-plein en het Meisje met de Zwavelstokjes als bij zijn minder bekende projecten, zoals de nieuwe Dubbele Laan, het plein voor het Carrouselpaleis, de omgeving van de Pagode en het nieuwe pad achter het Spookslot. Al die projecten waren goed uitgevoerd, er was genoeg tijd voor en hij vond ze erg leuk om te doen. Hoewel hij er nooit heel grote dingen zoals attracties heeft gedaan is hij in elk geval bij de Efteling weggegaan met het gevoel dat hij iets heeft kunnen achterlaten.
"En daar ben ik toch wel heel erg blij om. Als ik bijvoorbeeld nu naar het Meisje met de Zwavelstokjes kijk zie ik hier en daar wel wat dingen die ik nu anders zou doen, maar ik had destijds eigenlijk niks meer op mijn verlanglijstje staan, niets dat er nog bij moest. Alles waarvan ik heb aangegeven dat ik het wilde hebben is uitgevoerd, en dat kun je niet overal en bij elk project zeggen. In die zin ben heel dankbaar dat ik die ruimte heb gehad. Dus eigenlijk is het een behoorlijk contrast geweest op de Efteling."
Het Meisje met de Zwavelstokjes is inderdaad een project geweest met een prachtig resultaat en het sprookje maakt het des te onbegrijpelijker dat de Efteling deze ontwerper heeft laten gaan. We vragen ons af of Michel ook binnen de Efteling afdoende waardering heeft gehad voor zijn prestatie. Begrepen ze werkelijk wat er zo goed aan was, of hing de goedkeuring vooral samen met het enthousiasme dat het Meisje in de bezoekers opwekte? Michel heeft in elk geval van alle directieleden complimenten ontvangen over het sprookje. Hij verlangt geen lofzang bij elk project dat hij ontwerpt, maar bij het Meisje met de Zwavelstokjes kwam het als het ware een beetje vanzelf. Michel heeft zelf overigens niet altijd evenveel vertrouwen gehad in het succes van het project.
"Toen ik de opdracht kreeg om het Meisje met de Zwavelstokjes te ontwerpen, wilde ik het persé droevig maken. Ik heb daar zelf tijdens het hele project nog wel twijfels over gehad. Moest ik het zo wel doen? Toen ik het voor het eerst op mijn bordje kreeg, dacht ik nog 'ah, mooi!' want ik ben zelf namelijk wel een beetje gecharmeerd van sombere dingen. Dat is misschien ook waarom ik me altijd al zo aangetrokken voelde tot de Efteling: het bijzondere van de Efteling is dat heel veel dingen vaak zo somber zijn, terwijl het toch gaat om een attractiepark. Het gemiddelde attractiepark is immers vaak vrolijk en vol vermaak.
Dus ik dacht: ik wil het niet mooier maken dan het is. Het is een gegeven dat het meisje sterft en dat is niet leuk. Dat moet gedragen zijn - mooi en droevig, we gaan het niet leuker maken. Maar tijdens het proces heb ik daar toch nog wel behoorlijk wat twijfels over gehad. Van ja, ik kan het nu persoonlijk allemaal wel zo willen, maar uiteindelijk staat daar toch de bezoeker naar dat tafereel te kijken. Als dan het overgrote merendeel zegt van: ik vind het zo depressief, ik ben hier in een attractiepark met mijn kinderen, ik vind dit helemaal niet leuk... Het had in principe best gekund. Helemaal een attractie om iemands overlijden heen maken, en dat ook nog eens versterken door er een Ave Maria achteraan te gooien, dat is eigenlijk nog nooit gedaan. Dus vlak voor de opening had ik echt zoiets van, als dát maar goed gaat. Als de reacties maar goed zijn. Maar toen werden er op een gegeven moment voor het eerst wat korte teststukjes van de projecties op de folie geprojecteerd. Er waren enkele mensen van het kantoor bij, en na die eerste 'oohs' en 'aahs' werd ik al wat meer gerustgesteld, want die gingen niet alleen over hoe mooi de projectietechniek was, maar ook over wat er allemaal te zien was.
En ja, eigenlijk ben ik heel trots op dit project. De buitenkant van het gebouw had ik nu weliswaar heel anders gedaan, maar waar ik nog steeds heel tevreden over ben - en dat zou ik ook gewoon hetzelfde laten als het nu is - dat is het straatje. Het straatje, met het stadsgezichtje op de achtergrond, dat werkt perspectivisch gewoon mooi, en het straatje zit vol leuke details. Ja, daar ben ik nog steeds heel trots op."
"Ik wilde het niet leuker maken dan het is; het meisje sterft en dat moet droevig en gedragen zijn. Maar tijdens het proces heb ik daar toch behoorlijk over getwijfeld."
Er volgt een kleine opeenvolging van anekdotes over het Meisje met de Zwavelstokjes, een project dat Michel duidelijk na aan het hart ligt. Zo heeft hij bijvoorbeeld zelf de animatronic van het Meisje ingeregeld. Ook vertelt Michel dat de sneeuwvlokjes¬projectie aan het begin van het sprookje in combinatie met de eerste harpmuziek bedoeld om het eenzame meisje te 'wekken', maar bleek het effect uiteindelijk toch niet zo bevredigend. En we krijgen uitsluitsel over de fout in de tekst van het sprookje ("Angst voor thuis, om straf te ontlopen"), die er blijkbaar al in zat vanaf de eerste geschreven versie van Ton van de Ven, maar tijdens het project is het in al die tijd simpelweg niemand opgevallen. Ook heeft hij erop gehamerd dat hij éérst de animatronic van het Meisje wilde ontwerpen alvorens er een bijpassend actrice-tje bij werd gezocht in plaats van andersom. We vragen of oma misschien wél uit de catalogus kwam en Michel bevestigt. Oma wel. Wat Michel precies anders zou doen aan het exterieur als hij het sprookje nu opnieuw zou moeten ontwerpen, daar krijgen we niet direct een antwoord op, maar hij heeft in elk geval wat kritiek op zijn eigen herziening van het Anton Pieck-plein.
"Ik zou daar nu ook weer heel andere gevels voor hebben gemaakt. Maar wat ik er het liefst vandaag nog zelf af zou willen halen, dat is dat vreselijke bord van de Suykerbuyck! Dat ziet er niet uit! Dat zou ik er het liefst morgen nog afhalen, om er iets fatsoenlijks op te zetten. Maar ja.
Het Pieckplein was overigens echt een heel leuk project. Ik kwam direct van de studie af en ineens kreeg ik de opdracht om een project van vierenhalf miljoen euro te ontwerpen. En ik had nog nul ervaring met constructie en technische zaken, met mensen op de bouw, en toch was ik plotseling creatief verantwoordelijk voor dat hele project. Daar werd ik zomaar even ingegooid en in het begin was ik heel erg blij, ik dacht: oh, ik mag een Píeckplein gaan ontwerpen! Maar thuis kwamen de vragen: hoe moet ik dit aanpakken, hoe krijg ik dit hele project voor elkaar?"
Michel heeft altijd een zeer goede relatie gehad met Ton van de Ven, die destijds nog creatief directeur van de Efteling was. Toch heeft Michel nooit begeleiding van hem gehad voor het Anton Pieck-plein, hoe onzeker hij zich er in het begin ook over voelde.
"Ton heeft gezegd: het is nu jouw project, jij moet het doen. Daar kwam het eigenlijk wel op neer. En natuurlijk heb ik Ton wel dingen laten zien, maar hij heeft zich al vrij vroeg helemaal uit het project teruggetrokken. Eigenlijk was zijn mening van: doe het maar zelf, en ik zeg pas wat ik ervan vind als het klaar is. Bij het Meisje met de Zwavelstokjes was het precies hetzelfde. Ton heeft zich nooit met mijn projecten bemoeid, dat wilde hij ook echt niet. Hij was wel geïnteresseerd en hij vond het leuk om dingen te bespreken. Hij is tijdens de bouw ook een paar keer wezen kijken om te zien hoe het ermee ging. Maar hij heeft bij het zien van mijn tekeningen voor de projecten geen enkele keer iets gezegd als: dat moet je zus of zo doen of dat kun je beter niet doen. Nooit. Al dacht hij het misschien wel."
Daaruit spreekt aardig wat vertrouwen, als je bedenkt dat Ton van de Ven destijds toch vanuit zijn functie eindverantwoordelijke was. Was Ton, met het naderende einde van zijn dienstverband in het achterhoofd, misschien van mening dat andere mensen hun verantwoordelijkheden moesten gaan nemen? Michel bevestigt onze suggestie en voegt eraan toe dat Ton op dat moment bezig was aan het Efteling Theater. Het Efteling Theater had een vrij ruime voorgeschiedenis wat voorgevels betreft, en er is heel wat tekenwerk aan vooraf gegaan om uiteindelijk tot de huidige gevel te komen. Dat heeft veel tijd gekost en Ton heeft het er erg druk mee gehad. In de tijd dat Michel en Ton allebei bij de Efteling zaten hebben ze nooit samen aan één project gewerkt. Toch was de band altijd vrij hecht; ze praatten veel met elkaar, vaak onder het genot van een kopje koffie. Maar Ton heeft Michel altijd gezegd: wat jij doet dat moet jij doen.
De geschetste situatie doet wat merkwaardig aan, omdat onder veel Eftelingliefhebbers altijd de indruk heeft bestaan dat Ton van de Ven in elk geval bij het Meisje met de Zwavelstokjes veel invloed op Michel den Dulk heeft gehad, en zelfs dat het sprookje deels gebaseerd zou zijn op ontwerptekeningen van Van de Ven. Niets is minder waar, zo blijkt. Michel verhaalt uitgebreid over de totstandkoming van het sprookje.
"Ton heeft natuurlijk het verhaal geschreven, dat was er al voordat ik eraan begon. Ton had eigenlijk nauwelijks schetsen gemaakt voor het Meisje met de Zwavelstokjes, maar er was iemand anders die dat destijds wél had gedaan. Dat was Luc de Meyer, een Vlaamse kennis van Ton van de Ven. Iemand die ook het inzicht heeft om met de hand van Pieck iets op papier te zetten. Het was een heel zachtaardige man, die kwakkelde met zijn gezondheid. Ik denk ook niet dat -ie het gered had op de Efteling, eerlijk gezegd. Niet dat het op de Efteling nou zo verschrikkelijk is. Maar hij was nu eenmaal zo iemand die naar zijn eigen huis toe gaat en in zijn tekenkamertje rustig allerlei tekeningen maakt.
Dus deze man had wat schetsjes gemaakt, maar toen ik dit project toegewezen kreeg zei Ton: jij moet het nu doen en zie maar. Ik ben aanvankelijk op de eerste tekeningen doorgegaan, omdat ik die man ook wilde respecteren in wat hij tot nu toe had gedaan. Maar op een gegeven moment had Lex Lemmens een projectietechniek uitgekozen, een mooie manier om de visioenen te kunnen laten zien - natuurlijk vooral het laatste visioen; het naar de hemel opstijgen. Daar hadden we een bepaalde ruimte voor nodig en die was er niet in het concept van Luc de Meyer, hoewel het allemaal nog heel grof was. Daar kwam ik achter tijdens het tekenen, toen ik een soort papiermodelletje had gemaakt. Dus ik heb een vergadering bijeengeroepen, omdat de technieken die we wilden gebruiken niet in dat sprookje pasten. Ik heb daar gezegd dat het beter zou zijn om nu maar gewoon helemaal opnieuw te beginnen: eerst kijken naar hoeveel ruimte we nodig zouden hebben voor de projectietechniek, en daaromheen de rest gaan bouwen. En zo is het dus helemaal van de grond af aan weer opnieuw ontstaan. Op die manier is eigenlijk het project tot stand gekomen."
We herinneren Michel eraan dat hij eerder vertelde dat hij achteraf toch voor een ander exterieur voor het Meisje met de Zwavelstokjes zou kiezen. Het is iets natuurlijks, vindt hij, om kritisch te zijn over wat je gecreëerd hebt. Ook Ton van de Ven zei altijd dat hij na een tijdje nooit helemaal tevreden was met wat hij had gedaan.
"Het gebouw zou er gewoon heel anders uitzien als ik het nu zou moeten ontwerpen. Natuurlijk zijn er wel een paar gegevens waar ik nu nog steeds aan vast zou moeten houden. Bijvoorbeeld de muur naast het sprookje... Grappig was dat er op een gegeven moment een ontwerptekening op internet verscheen waarop te zien was dat er een gebouw zou komen met een lange kasteelmuur. En ik had natuurlijk achter het Pieckplein ook al een dergelijke muur gemaakt.
De opdracht was: het moet aan de achterkant van de Indische Waterlelies komen, maar het wordt niet zo groot als de Waterlelies zelf. Dus ja, dan heb je nog een stuk over. De vraag is dan, wat doe je daarmee? Ik heb daar zelf nog wel even bij stilgestaan, van: dan wordt het wéér een kasteelmuur, dan wordt het wéér zo'n stadswalachtig iets. Maar ik kon er kort of lang over nadenken, eigenlijk was het gewoon de beste oplossing. Het was misschien niet zo heel erg origineel, maar wat moet je anders? Je kunt dat ding zo laten en groen schilderen, maar daar is niemand gelukkig mee. Er is nu nog steeds een stukje dat groen geschilderd is. Je kunt zeggen, ik maak er een hele rotspartij van, maar dat kost heel veel geld en bovendien kun je je afvragen wat dat te maken heeft met het stadje dat daar staat. Je kunt er wel weer huisjes tegenaan plakken, maar ook dat is budgettair gezien natuurlijk van een heel andere orde. Dus uiteindelijk heb ik er maar voor gekozen om er gewoon een muur van te maken en daar bomen tegenaan te zetten. Dus ja, je hebt nu eenmaal gegevens waar je mee zit.'
Michel heeft een tijd nagedacht over in welke stijl hij het Meisje met de Zwavelstokjes moest gieten. De tekeningen die de Vlaamse ontwerper al had gemaakt waren heel erg Pieckplein-achtig, met Oudhollandse geveltjes. Maar toen Michel het project om had gegooid en met een schone lei kon ontwerpen overwoog hij een poosje om er eens iets anders van te maken dan dergelijke geveltjes. Toen hij begon te schetsen kwam er als vanzelf een sprookjesachtige stijl naar voren die een beetje aandeed als oude Russische architectuur, met torentjes met uivormige koepels. Hij was hier in het begin erg enthousiast over, iets dergelijks was ook nog niet op grote schaal in de Efteling te vinden. Maar gaandeweg kwam hij er wat op terug. Michel geeft toe dat hij uiteindelijk voor de veilige weg heeft gekozen door er weliswaar niets Oudhollands van te maken, maar het sprookje toch een wat conventionelere Sprookjesbos-achtige bouwstijl mee te geven. Niet persé een slechte keuze, maar toch lijkt het Michel een klein beetje te spijten dat hij zijn originele Russische idee niet heeft doorgezet. Achteraf gezien denkt hij dat het best voor elkaar had kunnen krijgen om iets heel anders dan het gangbare Doornroosje-achtige te laten slagen.
Niettemin heeft hij erg zijn best gedaan om de klassieke Sprookjesbosstijl te perfectioneren. We complimenteren hem met de ligging van het sprookje, dat onder meer door het hoogteverschil zoveel natuurlijker aandoet dan bijvoorbeeld de twee sprookjes van Henny Knoet op het Herautenplein. Ook prijzen we het feit dat het Sprookjesbos op dat moment een dergelijk gebouwtje best goed kon gebruiken, de nieuwste toevoegingen waren tenslotte stukken minder oorspronkelijk. Bij het Meisje met de Zwavelstokjes is de stijl van weleer daarentegen goed vertegenwoordigd, en Michel is daar ook bewust mee bezig geweest.
"We hebben de ouderwetse manier weer toegepast bij het Meisje. Simpele stenen muurtjes, en daar is gewoon stucwerk opgeblubd."
"Waar ik bijvoorbeeld op aangestuurd heb is het stucwerk. Toen ik eenmaal voor een traditionelere vormgeving gekozen had, heb ik gezegd dat het stucwerk ook wel op de oude manier aangebracht moest worden. Vroeger is het stucwerk lange tijd op dezelfde manier gedaan, kijk bijvoorbeeld naar Doornroosje. Op die manier hebben we het nu ook weer toegepast bij het Meisje met de Zwavelstokjes. Simpele stenen muurtjes, niet zo heel netjes gemetseld, met een paar stenen een beetje eruit. En daar is gewoon stucwerk opgeblubd. Af en toe een beetje uitgesmeerd, een paar gaten openhouden, maar niet veel meer dan dat.
Op een gegeven moment is die techniek een beetje verwaterd. Dat is helemaal niet slecht: heel veel gebouwen in de Efteling zien er natuurlijk hartstikke mooi uit. Maar het stucwerk op bijvoorbeeld het Anton Pieck-plein, waar ik het zelf heb toegepast, of op Droomvlucht, Villa Volta en Fata Morgana; is veel gladder. Er zit ook wel een beetje structuur in, maar in hoofdzaak is het glad aangesmeerd, met daarin wat accenten waarbij het stucwerk afgekrabd is en waarbij de stenen naar voren komen die erachter gemetseld zijn. En nu hebben we gezegd van: nee, laten we het eens op de oude manier doen. Laten we gewoon muren in één soort steen opmetselen, daarna gaan we er gewoon met stucwerk overheen. We smeren het hier en daar een beetje aan, een beetje afkrabben als het wat droger is, en dan laten we het daarbij. Ik vond het ook wel leuk om dat weer eens toe te passen. Want de laatste keer dat het op die manier in de Efteling werd gedaan is eigenlijk al heel lang geleden. Ook de mensen die het moesten maken vonden het leuk om weer eens op die manier te werken. Op de achterste muur is het wel een beetje op hol geslagen, vooral de zijmuur. Gelukkig staan er wat bomen voor. Maar ik denk dat het gebouwtje zelf op de meeste plekken toch wel prima gelukt is. Vooral ook op dat kapelletje, in die boogjes. Daar is die techniek heel aardig toegepast."
Zo'n fraai gebouwtje en zulk vakmanschap zullen we voorlopig niet meer in de het Sprookjesbos zien verschijnen, verzuchten we. Na de succesvolle opening van het Meisje met de Zwavelstokjes maakte de Efteling bekend dat er de komende jaren nog meer sprookjes op die plek toegevoegd zouden worden, maar zonder geschikte ontwerper is het maar de vraag of dat er nog van zal komen. Het was de bedoeling dat Michel de opdracht daarvoor zou krijgen en hij heeft destijds dan ook een plan gemaakt voor een uitbreiding van het Sprookjesbos. We vertellen Michel over de onder Eftelist-moderators populaire visie van een 'stadssequentie'; een pleintje met daaraan het Meisje en enkele andere stadse sprookjes. Het blijkt niet zo ver weg te zitten van wat Michel zelf in gedachten had voor de invulling van die locatie; de sprookjes waarvoor hij had gekozen waren onder meer Duimelijntje en de Rattenvanger van Hamelen. Of er uiteindelijk nog iets van die ideeën terecht zal komen is niet bekend. Heel waarschijnlijk is het na het vertrek van Michel bij de Efteling niet, meer dan globale plannen heeft hij er niet achtergelaten.
Even over Eftelist
We pauzeren het interview even. Onze kelen zijn droog geworden en we drinken nog iets, terwijl we kletsen over Eftelist - ons clubje van zevenhonderd leden is tenslotte de reden dat we daar op de bank zitten.
We vertellen Michel over de doelstellingen waarmee Eftelist is opgericht, over ons streven om altijd kritisch naar het park en haar ontwikkelingen te kijken en overal zo goed mogelijk van op de hoogte te zijn. Door een wat journalistieke insteek - interviews, actieve nieuwsgaring - hopen we de Eftelingliefhebber een beetje meer diepgang te kunnen bieden. Daarmee komen we zo nu en dan wel in de situatie waarin we over dusdanig veel kennis beschikken dat we goed moeten nadenken over op wat voor manier we iets naar buiten brengen. Stekelige zorgen over het huidige Eftelingbeleid kun je bijvoorbeeld niet zo gemakkelijk hard maken als je voorzichtig moet zijn met de feiten waarover je beschikt en de gesprekken die je met mensen hebt gevoerd. Michel vertelt op zijn beurt over de irritatie die soms bij de Efteling ontstond als er weer eens dingen uitgelekt waren. Het kwam zo nu en dan wel eens tijdens een vergadering naar boven, zeker als er nieuwtjes overgenomen waren door een veel groter medium als het Brabants Dagblad. Het is natuurlijk begrijpelijk dat de Efteling daar af en toe wel een beetje de pest in heeft gehad. Desalniettemin heeft Eftelist een probleemloze band met de Efteling. Zelf volgt Michel Eftelist en andere websites met enige regelmaat. Uit een persoonlijke interesse, maar ook zorgen de diverse sites en fora ervoor dat hij op gemakkelijke wijze kan bijhouden wat er zoal gaande is in de industrie, tot in de kleinste details. Verder laat hij zich goed op de hoogte houden over de ontwikkelingen in de Efteling via de mensen die hij nog kent uit zijn tijd bij het park.
Het pad naar de Efteling
Michel is al vanaf jonge leeftijd een groot liefhebber van de Efteling. Mensen die zich al wat langer voor de Efteling interesseren kennen hem misschien zelfs nog uit zijn jaren als directeur van de infameuze Mini Efteling in Nieuwkuijk, een tijd waarin Michel nog bijzonder weinig moest hebben van Eftelingliefhebbers die zich op internet groepeerden, destijds nog op het inmiddels ter ziele gegane Wonderchat. Toen Michel als stagiair werd aangenomen bij de Efteling zette hij direct een punt achter zijn functie bij de Mini Efteling, maar hij kijkt met veel plezier terug op zijn tijd daar en hij ziet sommige mensen uit die periode nog steeds vaak. Had Michel als jonge Eftelingliefhebber ooit kunnen denken dat hij niet zo heel veel jaar later aan de slag zou kunnen in zijn geliefde park? Michel wist als knulletje al dat hij later wilde gaan ontwerpen bij de Efteling, maar toen hij wat ouder werd wezen mensen hem er steeds vaker op dat zoiets niet zo eenvoudig is.
"Ik weet nog dat er een keer een opening was bij de Mini Efteling, waarbij Loes Schnellen ook aanwezig was. Een heel aardige vrouw, die al sinds eind jaren tachtig werkzaam is bij de Efteling. Ze staat ook in Kroniek van een Sprookje. Mijn moeder vertelde haar toen dat ik verzot was op de Efteling. Logisch natuurlijk, want waarom zit je anders bij de Mini Efteling? Ook vertelde mijn moeder haar dat ik later ontwerper wilde worden bij de Efteling en toen zei Loes van: nou, het is niet makkelijk om daarbij te komen, hoor. En vanaf dat moment werd ik eigenlijk steeds realistischer. Ik probeerde en ik hoopte het nog altijd wel, maar ik wist niet of het nog ging lukken. Toen werd het eigenlijk wat breder, ik wist voor mezelf dat ik in ieder geval in de industrie werkzaam wilde zijn, of iets met de film- en entertainmentwereld of zo. Dat is natuurlijk ook een heel grote industrie waarin veel interessante dingen gaande zijn. Maar dat het tóch zo makkelijk en snel is gegaan, ja, dat is achteraf gezien een meevaller geweest."
Het is een bekend feit dat Michel met een omweg via Alton Towers bij de Efteling terecht is gekomen, omdat de Efteling niet inging op zijn eerdere verzoeken om een stageplaats. Er is zo nu en dan wel eens gesuggereerd dat dat te maken had met Michel's Eftelingliefhebberij en zijn activiteiten bij de Mini Efteling, maar Michel maakt duidelijk dat dat waarschijnlijk helemaal geen invloed heeft gehad.
"Nee, dat ik niet in één keer bij de Efteling ben aangenomen, niet dat dat overigens meteen zou moeten, heeft te maken met het feit dat de twee brieven die ik naar de Efteling geschreven heb überhaupt nooit bij de ontwerpafdeling aan zijn gekomen. Die zijn gewoon, hup, teruggestuurd door Personeelszaken, met twee keer dezelfde antwoordbrief. Daar heb ik wel een beetje van gebaald, want ik wilde erg graag stagelopen bij de Efteling. Toen ben ik naar wat andere parken gaan schrijven die ik ook leuk vond, waaronder Alton Towers, waar ik toen een keer of drie geweest was. Daar had ik ook wel wat mee. Ik zat er toen alleen nog niet zo diep in dat ik ook wist dat alles dat voor Alton Towers ontworpen wordt van de Tussauds Studios in Londen komt. Dus Alton Towers heeft mijn brief doorgestuurd, en vervolgens kreeg ik van Tussauds antwoord dat ze interesse hadden. Ik ben naar Alton Towers gegaan, waar ik een gesprek had met één van de ontwerpers van Tussauds, waarna ik werd aangenomen. Het was allemaal in kannen en kruiken, tót ongeveer vier weken voordat mijn stageperiode begon. Plotseling vond er een soort van reorganisatie plaats en twee mensen van de Tussauds Studio's moesten ontslagen worden. En dus vonden ze het niet zo gerechtvaardigd om mij aan te nemen terwijl er ontwerpers uit moesten. Zelf vonden ze dat ook wel sneu voor me en toen hebben ze aangeboden om eventueel te helpen contacten te leggen met andere bedrijven, en zo is de deur naar de Efteling open gegaan.
Het grappige was nog dat ik dat aan Tussauds had gevraagd, maar ondertussen dacht ik van, je weet nooit hoe het gaat, dus ik ben voor de zekerheid meteen zelf weer gaan schrijven. Mijn derde brief naar de Efteling. Op dinsdag kreeg ik een telefoontje dat ik op vrijdag naar de Efteling kon gaan voor een gesprek, maar die donderdag kreeg ik een standaardbrief thuisgestuurd waarin stond dat ik wederom niet aangenomen was. Toen was ik wel een beetje in de war, van: hoe zit dat nou? Mag ik nou wel komen? Op dat moment bleek dus dat die afdelingen helemaal los van elkaar zijn. Ik had de dag erna gewoon een gesprek en toen ben ik aangenomen. Dat was nog wel een heel gedoe."
Michel grijnst bij de herinnering, en we grinniken mee. We vragen ons af hoeveel hoopvolle ontwerpers-in-de-dop in al die jaren een afwijzende brief hebben ontvangen, zonder dat hun ijverig in elkaar geknutselde portfolio's het bureau van de ontwerpafdeling gehaald hebben. Leuk om eens op deze manier te horen hoe het er blijkbaar aan toe kan gaan binnen de Efteling.
Uiteindelijk heeft Michel na zijn stageperiode bij de Efteling tóch nog even bij Tussauds gewerkt. Aan het begin van de lange vakantie die volgde op zijn stagejaar nam de studio contact met hem op om hem te vragen of hij niet een tijdje in Engeland wilde komen werken. Een paar maanden lang legde Michel zich daar onder meer toe op het maken van ontwerpen voor wat nu tegenwoordig het Splash Landings hotel bij Alton Towers is. Destijds zou het hotel nog een heel ander thema krijgen: een Britse strandsfeer in de stijl van het kustplaatsje Brighton, met Engelse pieren en typisch wit gietijzer. Uiteindelijk is er van zijn conceptuele werk helaas niets meer te zien omdat het hotel bij nader inzien een Caribisch thema meekreeg. Op den duur bood Tussauds een contract aan als junior designer. Michel had het er erg naar zijn zin en het werken bij de studio beviel hem goed, maar eigenlijk had hij nog een studiejaar te gaan. Uiteindelijk won het verstand van de wens om daar te blijven en is hij teruggekomen naar Nederland. Terug in de schoolbanken dus, en daarnaast ook terug naar de Efteling. 's Morgens wijdde hij zich aan zijn opleiding, maar 's middags had hij vaak vrij, en dan reed hij naar de Efteling om daar de rest van de dag kleine dingen te ontwerpen en een beetje te tekenen. Uit die tijd stammen zaken als het rieten dak van Monsieur Cannibale en het olifantentempeltje bij PandaDroom. Michel trekt een gezicht als we die laatste noemen - hij is duidelijk niet zo tevreden over het fonteintje in de wachtrij van wat ook al niet bepaald zijn favoriete attractie is. Toen Michel zijn studie eenmaal afgerond had kwam hij vast in dienst bij de Efteling, en de rest is geschiedenis.
Toekomstverwachting
We zijn benieuwd naar hoe Michel zijn toekomst ziet. Is Europa Park een tussenstation? We zijn ons er van bewust dat hij eigenlijk nog maar nét in Duitsland zit en we snappen natuurlijk best dat hij op dit moment niet zo bezig is met wat hij na Europa Park misschien nog wil gaan doen. Niettemin willen we het graag weten.
"Ik ben iemand die toch elke keer iets nieuws nodig heeft, en wat meer wil. Gelukkig biedt Europa Park op dat gebied meer dan voldoende uitdagingen. Persoonlijk zal ik altijd proberen om binnen mijn werk steeds een hoger niveau te halen. Ik heb het bij Europa Park erg naar mijn zin en ik heb hier net een nieuw huis gevonden. Dus ja, om nu al te gaan nadenken van: dát ga ik dadelijk eens doen... Dat is niet aan de orde.
Kijk, toen ik bij de Efteling zat had ik niet gedacht dat ik er zo snel weg zou zijn, eerlijk gezegd."
"Mijn liefde voor de Efteling is niet veranderd. Dat ik daar niet vrijwillig ben weggegaan heeft niet verhinderd dat ik nog steeds heel erg veel van de Efteling hou."
Ook wij hadden niet gedacht dat hij er zo snel weg zou zijn. Niemand, waarschijnlijk. We vragen hem of zijn liefde voor de Efteling misschien een deuk heeft opgelopen door hoe het één en ander gegaan is, of dat hij dat los van elkaar kan zien.
"Hmm. Dat kan ik wel los zien, mijn liefde voor de Efteling is niet veranderd. Ik heb ondanks alles dat er gebeurd is natuurlijk ook zó fantastisch gewerkt op de Efteling. Dus hoe ik daar ben weggegaan, niet vrijwillig zullen we maar zeggen, dat heeft niet verhinderd dat ik nog steeds erg veel van de Efteling hou."
Er staat nog één vraag op ons lijstje. Een vraag die leeft bij veel Eftelingliefhebbers, en een vraag die we eigenlijk niet zo graag willen stellen, omdat we weinig verwachten van het antwoord. Maar we stellen 'm tóch. Is er misschien een mogelijkheid dat Michel ooit, in een tijd hier ver vandaan, weer terug zou willen keren naar de Efteling?
Michel zwijgt peinzend en drukt zijn vingertoppen tegen elkaar. We zetten ons schrap voor een ontkennende reactie, we rekenen op het 'nooit meer' dat de teloorgang zal betekenen van het kleine beetje hoop dat we koesteren. Maar uiteindelijk antwoordt Michel tot onze verassing op eenvoudige wijze: "Ik kan niet in de toekomst kijken." Hij kijkt ons minzaam glimlachend aan. Meer hebben we niet nodig.
We knopen een einde aan ons vraaggesprek, en we rekken ons uit. Wat we wilden weten weten we, maar we hoeven nog niet weg. We praten na over het interview, en daarna laat hij ons iets van zijn werk zien. Watertandend bekijken we een paar van zijn tekeningen, terwijl Michel hier en daar wat toelichting geeft, aangespoord door ons enthousiasme. Zo ontwierp hij voor het Anton Pieckplein een prachtige, kleine Pieckse vogel die op één van de daken had moeten zitten, met enkele gevels verderop een loerende kat. Spijtig dat het nooit is uitgevoerd, het is een verrukkelijk detail.
Afscheid
We horen anekdotes en we zien prachtige dingen tot het een uur na middernacht is en we uiteindelijk afscheid nemen. We hebben slaap en Michel moet de volgende dag gewoon weer op tijd aan de slag. We zeggen gedag met enige weemoed, want we voelden ons een avond lang de meest verwende Eftelingliefhebbers ter wereld.
Het was een heerlijke ontmoeting, en we kunnen niet anders dan ontzettend veel sympathie voelen voor Michel den Dulk, de perfectionist, de romanticus, de ambitieuze artiest, de vriendelijke jongen met het grote Eftelinghart. Misschien weten ze in Kaatsheuvel niet wat ze hebben laten gaan, maar wij weten het wel. Wat een dwaling! We gunnen Europa Park deze ontwerper op het moment van harte, maar diep van binnen kijken we uit naar later, veel later, want 'nee' en 'nooit' hebben we tenslotte niet gehoord. Noem ons dromers, maar "He that lives in hope dances without music", zo sprak de zeventiende-eeuwse dichter George Herbert ooit. En hij had gelijk. Op de terugweg naar het hotel is de nachtelijke lucht helder en de sterren glanzen in de hemel. We kijken omhoog en we dansen zonder muziek.
Interview: Ilona, Jaap, Jos Foto's: Jaap, Friso, Jos, Ilona