Op donderdag 6 mei 2010 bereikte het project Raveleijn het allerhoogste punt. In aanwezigheid van personeel en pers zou een klein torentje op dertig meter hoogte op het gebouw gezet worden.
De pers verzamelde zich aan het begin van de middag op het Ton van de Ven-plein. Directievoorzitter Bart de Boer nam een korte introductie voor zijn rekening, waarbij Raveleijn terloops geclassificeerd werd als een heus 'monument voor Kaatsheuvel'.
Daarnaast werd het één en ander werd verteld over de uitrol van de Raveleijnsaga: een televisieserie zal volgen op een boek dat op 11 maart 2011 wordt gepubliceerd. Auteur Paul van Loon lichtte alvast een tipje van de sluier op met een samenvatting van het verhaal dat al eerder, bij de start van het seizoen, aan het personeel werd voorgelezen.
De poort door
Bart de Boer werd voorzien van een kolossale raaf van vlees en bloed en met deze vogel op de arm wandelde de directeur, geflankeerd door Paul van Loon, onder de magische stadspoort door - deze daarmee officieel voor geopend verklarend.
Bart de Boer en Paul van Loon over Raveleijn
Huiscomponist René Merkelbach voorzag de poort van een mysterieus bedoelde soundtrack, en voortaan zal er dan ook onheilspellend kindergezang klinken op het eerst zo vredige Ton van de Venplein. In het water bezijden het pad naar de poort bevinden zich overigens twee fonteinen die driftig omhoog spuiten, steeds als de muziek een climax bereikt en het geklapwiek van wegvliegende raven te horen is.
Pannenbier
Na een kortstondig kijkje op de bouwplaats van Raveleijn werd het kleine, maar hoogste torentje met enig gevoel voor ceremonie richting het bouwwerk getakeld. Woeste windvlagen lieten het torentje onverrichter zaken weer neerwaarts zakken. De dorstige aanwezigen konden zich vervolgens laven aan flinke hoeveelheden pannenbier. De talloze bouwvakkers, vormgevers en andere noeste arbeiders hadden hun blikjes Dommelsch wel verdiend!
Al met al een zonnige middag, waarin weinig nieuws over het Raveleijnproject te melden was, maar waarbij voor het eerst van dichterbij kennis gemaakt kon worden met het gebouw en het immense terrein dat Raveleijn in haar totaliteit beslaat.