Perspresentatie Vliegende Hollander, 21 januari 2006
Op 21 januari liet de Efteling de pers (én Eftelist) een kijkje nemen bij De Vliegende Hollander. Hier vind je het programma en de uitgeschreven teksten van de presentatie. Een uitgebreid verslag van het evenement was te lezen op onze mailinglist.
11.00: Ontvangst bij hoofdentree.
11.30: Presentatie door Directievoorzitter Ronald van der Zijl
12.00: Rondleiding over het bouwterrein
13.00: Gelegenheid tot het stellen van vragen
13.15: Einde perspresentatie
Inleiding door Henk Groenen, Hoofd Communicatie:
"Goed, dan wordt het nu tijd om wat meer te vertellen over De Vliegende Hollander. U ziet naast mij al de hele tijd een schilderij staan.
Dit is het portret van Willem van der Decken. En als je goed kijkt, heeft deze man ook heel duidelijk twee gezichten. Dat wordt heel duidelijk als je één gedeelte afdekt.. (Groenen dekt gedeelte van portret af) En de andere kant is de donkere kant. Hij was kapitein van de VOC, maar tegelijkertijd was hij smokkelaar. En dát is een gegeven dat we in deze attractie heel duidelijk naar voren willen laten komen.
Maar eerst even iets over de legende. Iedereen kent de naam, maar welke legende daarachter schuilgaat kan het beste verteld worden door mensen uit die tijd. We hebben twee bewoners uit die tijd terug gehaald naar 2006. Mevrouw doet daar boven de was nog, maar haar man heeft Willem van der Decken nog persoonlijk gekend en zal de legende even aan u doorgeven. Daarna zal Ronald van der Zijl iets meer vertellen over de attractie."
Zeventiende-eeuws entertainment vertelt:
"Wij schrijven het jaar 1678, als kapitein Willem van der Decken op eerste Paasdag, tegen alle regels in, uitvaart naar de Oost. Zelfs een razende storm kan de succesvolle VOC-kapitein er niet van weerhouden. Aan boord is zijn bemanning de angst en wanhoop nabij. "Ik zal vaeren, storm of gheen storm, Paesen of gheen Paesen. Ik zal vaeren, al is het tot in den eeuwigheid!"
Willem van der Decken tartte alle regels, het fatsoen en de elementen, en tekende zijn eigen noodlot. Zijn prachtige woning aan de stadswal brandde van binnenuit en legde zijn duistere dubbelleven bloot. De geheime schatkamer waar zijn roversschatten werden opgeslagen vertelt het verhaal van een kaperkapitein die plunderde en moordde. Zijn schip veranderde in een mysterieus, vurig spookschip dat werd gedoemd voor eeuwig de zeven wereldzeëen te bevaren als "De Vliegende Hollander". Jaren later gaan nog steeds de verhalen rond over het mysterieuze spookschip dat met brandende zeilen lijkt te vliegen boven de golven, tegen de wind in. Een aanvaring met de verschijning zou ongeluk, dood en verderf brengen."
Ronald van der Zijl, Directievoorzitter van de Efteling:
"De Vliegende Hollander! U heeft net in uw herinnering opgevist gekregen: het verhaal, de sage van de Vliegende Hollander. Daar ga ik dus niets meer over vertellen. Ik ga u niets vertellen over de inhoud van de attractie zelf, want dat gaat straks gebeuren, ik ga u alleen maar even iets vertellen over het hoe en het waarom. De Efteling heeft als beleid om eens in de vier á vijf jaar een grote attractie te bouwen, en dat zullen we doen zolang we daar nog plek voor hebben, en dat is overigens al bijna op. We hadden deze locatie nog, die vroeger een zwembad is geweest en waar later een tenttheater heeft gestaan. Die hadden we beschikbaar en we wilden weer eens groots uitpakken. Iets doen, de Efteling waardig. Dus iets nieuws, iets orgineels, iets met een verhaal.
Welnu, voordat het zover is, moet er nog wel het een en ander gebeuren.
We hebben natuurlijk rondgekeken in de markt, maar we willen nooit na-apen. Wat we wél willen is bestaande technieken gebruiken.
We hebben lang nagedacht over wat voor soort attractie er zou moeten komen, want we beginnen niet met de hardware, maar we beginnen met wat voor emotie, met wat voor beleving zouden we onze bezoekers mee willen geven? En als we daar wat over gevonden hebben, pas dán gaan we kijken: hoe kunnen we daar een attractie, dus hardware bij maken.
Dat is allemaal gebeurd. En toen gebeurde er iets moeilijks. Onze parkdirecteur Olaf Vugts, u heeft hem net gezien, kwam met het verhaal van "Ik wil graag weer een waterattractie, waarin we die emoties en die beleving kunnen verpakken."
Nu heeft een waterattractie het nadeel dat het iets met water te maken heeft. Buitengewoon hinderlijk, want je kunt er zo verschrikkelijk nat van worden. Ik heb toen gezegd: "Olaf, leuk idee, maar ik ben er eigenlijk niet voor, want als wij grote bedragen in attracties gaan investeren dan moet dat ook bijdragen aan de jaarrond-exploitatie waar we naartoe willen. Dan moet zo'n attractie toch ook in de Winter Efteling te gebruiken zijn. En dat is wat lastig, want als je in de winter drijfnat wordt dan garandeer ik je dat we een regen van klachten krijgen. Dus, verzin een list."
En die list, die is verzonnen. Want er wordt inderdaad een attractie gemaakt, althans, een attractie waarin water ook een belangrijke rol speelt. Want we gaan een waterattractie bouwen waarin we kunnen bepalen of iemand nat wordt of niet. Tenzij men natuurlijk uit eigen beweging overboord springt, maar dan kunnen wij daar ook niets aan doen. Dat is erg belangrijk, vooral ook erg vernieuwend, want het bestaat gewoon nog niet in de wereld. En wat ook nog niet bestaat is de combinatie van de elementen die we hier gaan samenbrengen. Het moet sfeervol en uniek zijn, creatief en uiteraard kwalitatief van een zeer hoog niveau. En toen we zeiden, ja, een waterattractie, maar dan zodanig dat we het wel of niet nat worden kunnen beïnvloeden, toen was er ineens een thema.
De Vliegende Hollander, een bekende sage die nu weer van stal wordt gehaald. En dat past bij ons. Want we doen niets meer zonder verhaal erbij. Wat wordt het nou? Geen achtbaan. Of toch een beetje wel? Het wordt veel meer dan dat. Het wordt een gebouw met een middel om het verhaal te vertellen. Een attractie die naar mijn overtuiging in deze wereld, en ik ken geen andere wereld moet ik u bekennen, z'n weerga nog niet kent. Er
is ook nog geen naam voor. Ja, De Vliegende Hollander. Maar voor het type attractie hebben we eigenlijk nog geen naam. Want, is het nu een darkride zoals Fata Morgana, met bootjes in een gebouw? Nee, dat wordt het niet. Is het een achtbaan? Ja, ook een beetje, maar toch niet helemaal. Is het een watercoaster, met een splash? Ja, ook een beetje. Maar niet helemaal.
Het is eigenlijk van alles. Het is ook een gebouw. Zelfs als je niet in de attractie zelf wilt kun je ook van het gebouw genieten, je kunt er voor een deel doorheen en omheen lopen. Dat is op zich al heel spannend. Het wordt weer een totaalbeleving waar alle zintuigen geprikkeld gaan worden. Horen, zien, voelen, ruiken... Een heel klein beetje angst, heel kort. Spanning, beleving. U krijgt er straks plaatjes van te zien. En Erik van de Brandt, net gedoodverfd als bouwpastoor, zal wat meer vertellen over de inhoud.
Ik blijf nog even bij de zakelijke kant. Wat kost nou zo'n attractie? Ik kan u geruststellen. Zoveel hebben wij nooit eerder in één attractie geinvesteerd: bijna twintig miljoen euro. Dat is heel veel geld, dat hebben we niet eerder gedaan. Vier jaar geleden hebben wij ook de spraakmakende attractie PandaDroom geopend, en die was toch duidelijk enkele miljoenen euro's goedkoper. Maar wel duur. Dat doen wij in de overtuiging dat we hier een fantastische, spraakmakende attractie neer gaan zetten. Een attractie waar ook vanuit organisatorisch opzicht iets bijzonders mee aan de hand is. We hebben het namelijk niet alleen bedacht en de hele thematisering ontworpen. We zijn opdrachtgever, hoofdaannemer, dus verantwoordelijk voor de hele realisatie en het coördineren van de toeleveranciers. De hele thematisering is zelf door eigen mensen voor het grootste gedeelte uitgevoerd. Het hele buitengebeuren doen we zelf. Er wordt ook ongelofelijk veel, niet alleen Efteling-kennis, maar ook Efteling-arbeid in gestoken. Alles bij elkaar werken er zo'n honderd mensen aan de realisatie van dit project.
Ik noem toch een paar bedrijven, toeleveranciers, die ons daarbij buitengewoon behulpzaam zijn. KumbaK, als engineer van een stuk techniek, de baan. De bouw van de baan is uitgevoerd door CSM. Het gebouw is door Ballast Nedam neergezet, dat is perfect verlopen. Ik moet u zeggen dat het uiterst betreurenswaardig is dat zich tijdens de bouw ook een buitengewoon tragisch ongeval heeft voorgedaan. Steelwelt bouwt de sloepen, die nog geleverd moeten worden. Hoppenbrouwers doet electrotechniek, Imtech de werktuigen. DAS doet de besturing. En heel belangrijk: we hebben intensief contact met de Bataviawerf in Lelystad. Ik weet niet of iedereen het kent, maar het is zeker de moeite waard en als u hier geïnspireerd raakt door de Gouden Eeuw, dan moet u zeker ook eens daar gaan kijken. Zij hebben ons geadviseerd. En tot slot DNV, die uiteindelijk de attractie moeten certificeren, goed moet keuren voor gebruik, anders rijden we er niet mee en gaat er geen publiek in. Want het moet, dat moge duidelijk zijn, altijd veilig zijn.
Komen we op heel andere elementen: muziek. Op dit moment, letterlijk op dit moment, is er in Praag een orkest van 60 man bezig om de muziek voort te brengen, op te nemen, die in deze attractie ten gehore gebracht gaat worden. En wanneer is dit alles nou klaar? Dat weten we niet zeker, dat weten we eigenlijk nooit zeker tot het zover is. De winter kan ons nog dwarszitten. We kunnen straks als de baan, de boten en de besturing bij elkaar komen, nog onvoorziene dingen tegenkomen. Het is onze bedoeling om op eerste Paasdag, net zoals destijds, de Vliegende Hollander uit te laten varen. Dat is al over 2 maanden, dus vanaf dat moment hopen wij het publiek hier echt te kunnen ontvangen. U vindt in uw persmap ook nog allerlei technische informatie, cijfers over deze attractie, de lengte en hoe lang het duurt, enzovoorts. Daar zal ik u niet mee gaan vermoeien, want het is veel leuker om hier iets te horen over waar de attractie nu eigenlijk uit bestaat. Erik, mag ik jou het woord geven?"
Tot slot sprak Erik van den Brandt, eindverantwoordelijke van het ontwerpteam:
"Dames en heren, De Vliegende Hollander is in alle opzichten een verhaal met twee gezichten. Het werd net al gezegd: het portret van De Vliegende Hollander, van Kapitein van der Decken, zoals -ie echt heet, is een portret met twee kanten, met twee gezichten. En dat is de attractie ook. Als u straks als bezoeker aankomt dan komt u aan aan de mooie kant. De VOC-kant van Van der Decken. De rijke kant. Een mooi plein, prachtig aangelegd, mooi bestraat, planten, bomen, een fantastisch mooie gevel, een rijke gevel. Dát is de vriendelijke kant van Van der Decken. Met vaandels, met een rijk exterieur. Statige beelden van leeuwen, die ziet u hier. En de bezoeker gaat naar binnen. Wel nietsvermoedend, want wat er uiteindelijk gaat gebeuren is aan de buitenkant natuurlijk toch niet te zien. Maar de bezoeker gaat naar binnen en komt terecht in het huis van Van der Decken.
En dat huis moet ooit een keer een heel mooi, rijk gedecoreerd huis zijn geweest. Maar dat is het niet meer. Er hangt een toch ietwat morbide sfeer. Het lijkt uitgebrand, het lijkt leeggeroofd. De hal van het huis is niet zo vreselijk groot, en er is een deuropening naar de bibliotheek. En in die bibliotheek is een schilderij.
Via dat schilderij kom je terecht in de smokkelgang. En daar gaat het verhaal dan weer over naar de andere kant van Van der Decken, de andere kant van De Vliegende Hollander. Z'n smokkelaarskant, zijn piratenkant. In die smokkelgang zullen effecten gaan plaatsvinden. In het huis was al te zien dat er een brand heeft gewoed. En daar zul je nog iets van die brand ervaren. De muziek in al deze ruimtes is aangepast aan de sfeer die we daarbij willen oproepen. Af en toe vrolijk, als je binnenkomt. Het is mooi, het is geen ruïne. Het is de zeventiende eeuw, we brengen de mensen naar de tijd van de VOC toe. Maar hier, hier proef je toch iets van angst. Dat zal toch in de muziek, in de beelden, in de effecten heel goed merkbaar zijn. Via de smokkelaarsgang kom je terecht in de wereld van de zeventiende eeuw, in het Amsterdam van de zeventiende eeuw. Een kroeg, een magazijn, opslagruimtes. Er klinken ook bijbehorende geluiden: je hoort matrozen zingen die op het punt staan om uit te varen. En uiteindelijk leidt het naar een trap die u pal achter mij hierboven ziet, waar u als bezoekers verdeeld zal worden over twee perrons, één aan de rechterkant, één aan de linkerkant, en aan beide kanten liggen bootjes.
U ziet het hier ook afgebeeld op de ontwerpschets, en men stapt hier in die bootjes. En nog steeds is de muziek vrolijk en nog steeds is het avontuurlijk, want je gaat uitvaren. Je gaat in die zeventiende eeuw het Amsterdam van toen verlaten en je gaat op avontuur, en dat is leuk. En dat zul je ook merken, je zult het voelen. Aan de muziek, aan de hele sfeer die er hangt. U ziet die brug boven midden in het beeld aangeduid. En dit is even een technisch verhaaltje, we kunnen dan op die manier hier elke 28 seconden een grote sloep waarin veertien mensen kunnen zitten laten vertrekken. We kunnen daar ook een beetje mee spelen, we kunnen één perron gebruiken en we kunnen ook twee perrons gebruiken, we geven goede mogelijkheden om ook invaliden mee te nemen op reis. Kortom, hier gaat het allemaal gebeuren, en je vaart uit.
En hier de haven, tussen de schepen door, waar je de matrozen nog hoort, waar touwen kraken en waar de bagage en de lading heen en weer wordt geslingerd. Via die haven en een paar grote, krakende sluisdeuren verlaat je het Amsterdam van de zeventiende eeuw en kom je terecht op open zee. En dan ben je alleen. Althans, alleen met je bootje. En ergens op die open zee vindt de overgang plaats van de realiteit van de zeventiende eeuw naar de legende. En dan, dan wordt het echt spannend. Dan wordt het echt sensationeel en dan wordt ook de reden gegeven waarom je erin zit en waarom je daar ook heel erg snel weer weg wilt. En wat daar dan precies gebeurt, dat vertellen we nog maar even niet. Maar het is het excuus. Het excuus en het hart van de hele attractie. Het excuus van het verhaal ervoor, maar vooral het excuus van wat er daarna gebeurt, want dan wil je écht weg. Dan wil je ontsnappen aan die legende, en dat gaat ook gebeuren. Steil omhoog! 45 graden, zo'n helling in een achtbaan is heel erg steil. Mensen zullen het gevoel hebben dat ze op hun rug liggen.
En ze ontsnappen door de onderwereld, met vallende beelden, watervallen, regen, donder en geweld! 'Wagneriaanse' muziek die eindigt in chaos. En aan het einde van die adembenemende lift is een deur. En in die deur zie heel even de schim van de Vliegende Hollander en dan, dan gaat de deur open en ontsnap je.
En wat dan gebeurt kan ik u laten zien. Je ontsnapt in een razende vaart, in een achtbaanstukje. Het is niet zo vreselijk lang, maar het is wel superheftig, met een topsnelheid van 70 km/u en met G-krachten van bijna 0 tot ruim 3, en dat kun je voelen. En aan het einde van die spectaculaire achtbaan, als je dan ontsnapt bent aan De Vliegende Hollander en denkt van, nou ben ik er weer, knalt de boot met zo'n 50 km/u op het water. Op de vijver die er al lag, het is de oude kanovijver.
We moeten ervoor zorgen, zoals Ronald van der Zijl al zei, dat we gepast al dan niet nat gaan worden. We gaan dat op een nette manier regelen. En je vaart terug, en ik kan u verzekeren: je vaart terug, snakkend naar adem! Want dit is alles bij elkaar zo'n drie-en-halve minuut attractie waarin alle ingrediënten zijn opgenomen. We hebben een echte, ook voor de liefhebbers, een echte achtbaan, een hele bijzondere ervaring. Dát is het verhaal van de Vliegende Hollander en als je uitstapt, als je teruggaat naar vanwaar je gekomen bent zie je ook de andere kant. De andere kant van Van der Decken en de andere kant van de attractie."